Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.125 Lijfrentevoorzieningen

  • 1

    Als lijfrenten als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, die dienen ter compensatie van een pensioentekort worden aangemerkt:

    • a.

      lijfrenten als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, waarvan de termijnen toekomen aan de belastingplichtige, ingaan uiterlijk in het jaar waarin hij de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, en uitsluitend eindigen bij zijn overlijden;

    • b.

      lijfrenten als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, waarvan de termijnen toekomen aan een natuurlijk persoon en ingaan bij het overlijden van de belastingplichtige, van zijn partner of zijn gewezen partner, waarbij indien de termijnen toekomen aan een van hun bloed- of aanverwanten, niet zijnde de partner of gewezen partner, in de rechte lijn of in de tweede of derde graad van de zijlijn, deze uitsluitend eindigen hetzij bij het overlijden van de gerechtigde hetzij uiterlijk op het tijdstip waarop deze de leeftijd van 30 jaar bereikt;

    • c.

      lijfrenten als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, waarvan de termijnen toekomen aan de belastingplichtige, een looptijd hebben van ten minste vijf jaar, niet eerder ingaan dan in het jaar waarin hij de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt en uiterlijk ingaan in het jaar waarin hij de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, voor zover het gezamenlijke bedrag aan termijnen van die lijfrenten – beoordeeld naar het tijdstip van premiebetaling – niet meer beloopt dan € 22.735 per jaar.

  • 2

    In afwijking van artikel 1.7, eerste lid, kan voor rechten als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c zijn overeengekomen dat het bedrag van de uitkeringen als gevolg van het overlijden van de partner of gewezen partner afneemt tot ten hoogste 70% van het bedrag dat gold vóór het overlijden.

  • 3

    In afwijking van artikel 1.7, eerste lid, is voor rechten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, waarvan de termijnen eindigen uiterlijk op het tijdstip waarop de gerechtigde de leeftijd van 30 jaar bereikt de grootte van de kans op overlijden van de gerechtigde niet van belang.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

wijziging

28-12-2021

Stcrt. 2021, 48308

28-12-2021

Stcrt. 2021, 48308

01-01-2021

wijziging

31-12-2020

Stcrt. 2020, 64406

31-12-2020

Stcrt. 2020, 64406

01-01-2020

wijziging

18-12-2019

Stcrt. 2019, 66707

18-12-2019

Stcrt. 2019, 66707

01-01-2019

wijziging

31-12-2018

Stcrt. 2018, 69665

31-12-2018

Stcrt. 2018, 69665

01-01-2018

wijziging

28-12-2017

Stcrt. 2017, 70975

28-12-2017

Stcrt. 2017, 70975

01-01-2017

wijziging

29-12-2016

Stcrt. 2016, 70381

29-12-2016

Stcrt. 2016, 70381

01-01-2016

wijziging

30-12-2015

Stcrt. 2015, 47097

30-12-2015

Stcrt. 2015, 47097

01-01-2015

wijziging

30-12-2014

Stcrt. 2014, 36639

30-12-2014

Stcrt. 2014, 36639

01-01-2014

wijziging

20-12-2012

Stb. 2012, 669

33403

20-12-2012

Stb. 2012, 669

01-01-2013

wijziging

20-12-2012

Stb. 2012, 669

33403

20-12-2012

Stb. 2012, 669

01-01-2012

wijziging

30-12-2011

Stcrt. 2011, 22888

30-12-2011

Stcrt. 2011, 22888

01-01-2011

wijziging

16-12-2010

Stcrt. 2010, 20600

16-12-2010

Stcrt. 2010, 20600

01-01-2010

wijziging

10-12-2009

Stcrt. 2009, 20620

10-12-2009

Stcrt. 2009, 20620

01-01-2009

wijziging

16-12-2008

Stcrt. 2008, 252

16-12-2008

Stcrt. 2008, 252

01-01-2008

wijziging

12-12-2007

Stcrt. 2007, 251

12-12-2007

Stcrt. 2007, 251

wijziging

20-12-2007

Stb. 2007, 577

30432

20-12-2007

Stb. 2007, 577

01-01-2007

wijziging

07-12-2006

Stcrt. 2006, 252

07-12-2006

Stcrt. 2006, 252

01-01-2006

wijziging

06-12-2005

Stcrt. 2005, 251

06-12-2005

Stcrt. 2005, 251

wijziging

24-02-2005

Stb. 2005, 115

29760

24-02-2005

Stb. 2005, 115

01-01-2005

wijziging

17-12-2004

Stcrt. 2004, 249

17-12-2004

Stcrt. 2004, 249

01-01-2004

wijziging

19-12-2003

Stcrt. 2003, 250

19-12-2003

Stcrt. 2003, 250

01-01-2003

wijziging

19-12-2002

Stcrt. 2002, 248

19-12-2002

Stcrt. 2002, 248

t/m 01-01-2001

wijziging

11-12-2002

Stb. 2002, 613

28487

11-12-2002

Stb. 2002, 613

Inwtr. 1

01-01-2002

wijziging

28-12-2001

Stcrt. 2001, 250

28-12-2001

Stcrt. 2001, 250

wijziging

11-05-2000

Stb. 2000, 216

26728

11-05-2000

Stb. 2000, 216

01-01-2001

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 568

27415

14-12-2000

Stb. 2000, 568

nieuwe-regeling

11-05-2000

Stb. 2000, 215

26727

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Inwtr. 2

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 2) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.