Indien de belastingplichtige bij de aanvang van het kalenderjaar nog niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt kan hij, vanwege een pensioentekort in het voorafgaande kalenderjaar, premies voor lijfrenten als bedoeld in artikel 3.124, eerste lid, onderdeel a, in aanmerking nemen tot een gezamenlijk bedrag van ten hoogste 13,3% van de premiegrondslag, waarbij op de uitkomst van deze berekening nog in aftrek komt de volgens het vierde lid bepaalde verminderingen in verband met de opbouw van pensioenaanspraken en dotaties aan de oudedagsreserve.
Indien de belastingplichtige in de aan het kalenderjaar voorafgaande periode van zeven jaar minder premies voor lijfrenten in aanmerking heeft genomen dan mogelijk was op grond van het eerste lid kan hij, op bij zijn aangifte gedaan verzoek, het niet aangewende bedrag, voorzover dit niet in een eerder jaar op grond van dit lid in aanmerking is genomen, te beginnen met het in het oudste jaar niet aangewende bedrag, in het kalenderjaar alsnog in aanmerking nemen. Het alsnog in aanmerking te nemen bedrag bedraagt ten hoogste 17% van de premiegrondslag, met een maximum van € 7.587. Voor de belastingplichtige die bij het begin van het kalenderjaar een leeftijd heeft bereikt die ten hoogste tien jaar lager is dan de in dat kalenderjaar geldende pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, wordt het in de vorige volzin genoemde bedrag van € 7.587 verhoogd tot € 14.978.
De premiegrondslag bestaat uit het gezamenlijke bedrag in het voorafgaande kalenderjaar van:
de winst uit onderneming vóór toevoeging aan en afneming van de oudedagsreserve en vóór de ondernemersaftrek;
het belastbare loon;
het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden;
de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen;
van de belastingplichtige waarvan ten hoogste € 114.866 in aanmerking wordt genomen, verminderd met een bedrag van € 12.837.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
de vermindering in verband met de opbouw van pensioenaanspraken gesteld op: 6,27 keer de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen aangroei van het bedrag van de jaarlijkse uitkeringen van de aan de belastingplichtige toekomende aanspraken volgens een pensioenregeling voorzover deze aangroei het gevolg is van de toeneming van de diensttijd in dat kalenderjaar, vermeerderd met het gezamenlijke bedrag van de door de belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar voor een nettopensioen als bedoeld in artikel 5.17 betaalde of verrekende premies, gedeeld door de nettofactor, bedoeld in artikel 5.16, vierde lid;
de vermindering in verband met dotaties aan de oudedagsreserve gesteld op het bedrag waarmee de toevoeging aan de oudedagsreserve in het voorafgaande kalenderjaar overtreft de afneming van die reserve bij het einde van dat kalenderjaar volgens artikel 3.70, eerste lid, onderdeel b.
Indien de belastingplichtige in het kalenderjaar een onderneming – of een gedeelte daarvan – waaruit hij als ondernemer winst geniet staakt, wordt op zijn verzoek in afwijking van de voorgaande leden voor de berekening van hetgeen in het kalenderjaar aan lijfrentepremies in aanmerking kan worden genomen, niet uitgegaan van de voor die berekening relevante gegevens van het voorafgaande kalenderjaar, maar van die van het kalenderjaar zelf. Alsdan wordt voor de toepassing van het eerste en tweede lid in het volgende kalenderjaar de premiegrondslag verminderd met de daarin begrepen stakingswinst.
Het in het eerste lid genoemde percentage wordt jaarlijks bij algemene maatregel van bestuur gewijzigd. De wijziging vindt voor het eerst plaats per 1 januari 2015. Bij deze wijziging wordt het in het eerste lid genoemde percentage verlaagd met 0,5%-punt maal het aantal jaren waarmee ingevolge artikel 18a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 de in artikel 18a, zesde lid, van die wet genoemde pensioenrichtleeftijd wordt gewijzigd. Een wijziging ingevolge de eerste volzin van het in het eerste lid genoemde percentage wordt bekendgemaakt ten minste een jaar voordat deze toepassing vindt.
De in het vierde lid, onderdeel a, genoemde vermenigvuldigingsfactor wordt jaarlijks bij algemene maatregel van bestuur gewijzigd. De wijziging vindt voor het eerst plaats per 1 januari 2015. Bij deze wijziging wordt de in het vierde lid, onderdeel a, genoemde vermenigvuldigingsfactor verlaagd met 0,23 maal het aantal jaren waarmee ingevolge artikel 18a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 de in artikel 18a, zesde lid, van die wet genoemde pensioenrichtleeftijd wordt gewijzigd. Een wijziging ingevolge de eerste volzin van de in het vierde lid, onderdeel a, genoemde vermenigvuldigingsfactor wordt bekendgemaakt ten minste een jaar voordat deze toepassing vindt.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de bepaling van de in het vierde lid, onderdeel a, bedoelde waardeaangroei van pensioenaanspraken en de verstrekking van informatie daaromtrent.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Wijzigingsbesluit enige uitvoeringsbesluiten (belastingen en toeslagen)
Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, enz. (belastingen en toeslagen)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Inkomstenbelasting, collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, lijfrente in de winstsfeer, verzamelbesluit
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanpassingsbesluit van enige uitvoeringsbesluiten (belastingherziening 2001)
artikel: I
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
artikel: 9c
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, lijfrente in de winstsfeer, verzamelbesluit
tekst: tekst
Pensioenwet
artikel: 38
Technische herstelwet 2003
artikel: XVI
Wet inkomstenbelasting 2001
artikel: 5.16b, 5.16c, 10.2b, 3.124, 3.129, 3.130, 3.133, 10.1
Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen
artikel: VI
Wet verplichte beroepspensioenregeling
artikel: 26, 49
Wijzigingsbesluit enige uitvoeringsbesluiten (belastingen en toeslagen)
Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, enz. (belastingen en toeslagen)
Wijzigingswet Wet inkomstenbelasting 2001, enz. (Belastingplan 2003 Deel I)
artikel: XXVII
(13-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2022 |
wijziging |
28-12-2021 |
28-12-2021 |
|||||
wijziging |
31-12-2020 |
31-12-2020 |
||||||
wijziging |
18-12-2019 |
18-12-2019 |
||||||
wijziging |
31-12-2018 |
31-12-2018 |
||||||
wijziging |
28-12-2017 |
28-12-2017 |
||||||
wijziging |
21-12-2016 |
21-12-2016 |
||||||
t/m 01-01-2017 |
wijziging |
08-03-2017 |
08-03-2017 |
Stb. 2017, 115 |
||||
wijziging |
29-12-2016 |
29-12-2016 |
||||||
wijziging |
30-12-2015 |
30-12-2015 |
||||||
wijziging |
17-12-2014 |
17-12-2014 |
||||||
wijziging |
02-06-2014 |
Stb. 2014, 196 |
02-06-2014 |
|||||
wijziging |
30-12-2014 |
30-12-2014 |
||||||
wijziging |
12-07-2012 |
12-07-2012 |
||||||
wijziging |
20-12-2012 |
20-12-2012 |
||||||
wijziging |
30-12-2011 |
30-12-2011 |
||||||
wijziging |
22-12-2011 |
22-12-2011 |
||||||
wijziging |
16-12-2010 |
16-12-2010 |
||||||
wijziging |
10-12-2009 |
10-12-2009 |
||||||
wijziging |
16-12-2008 |
16-12-2008 |
||||||
wijziging |
18-12-2008 |
18-12-2008 |
||||||
wijziging |
20-12-2007 |
20-12-2007 |
||||||
wijziging |
12-12-2007 |
12-12-2007 |
||||||
wijziging |
07-12-2006 |
07-12-2006 |
||||||
wijziging |
06-12-2005 |
06-12-2005 |
||||||
wijziging |
17-12-2004 |
17-12-2004 |
||||||
t/m 01-01-2004 |
wijziging |
18-12-2003 |
18-12-2003 |
|||||
wijziging |
19-12-2003 |
Stcrt. 2003, 250 |
19-12-2003 |
Stcrt. 2003, 250 |
||||
wijziging |
19-12-2002 |
Stcrt. 2002, 248 |
19-12-2002 |
Stcrt. 2002, 248 |
||||
wijziging |
12-12-2002 |
12-12-2002 |
||||||
wijziging |
28-12-2001 |
Stcrt. 2001, 250 |
28-12-2001 |
Stcrt. 2001, 250 |
||||
wijziging |
11-05-2000 |
11-05-2000 |
||||||
wijziging |
14-12-2000 |
14-12-2000 |
||||||
wijziging |
14-12-2000 |
14-12-2000 |
||||||
nieuwe-regeling |
11-05-2000 |
11-05-2000 |
Opmerkingen
1) Artikel XXVII van Stb. 2002/615 bevat overgangsrecht m.b.t. onderhavige wijziging.
2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
3) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.