Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 6.1 Persoonsgebonden aftrek

  • 1

    Persoonsgebonden aftrek is het gezamenlijke bedrag van:

    • a.

      de in het kalenderjaar op de belastingplichtige drukkende persoonsgebonden aftrekposten en

    • b.

      het gedeelte van de persoonsgebonden aftrek van voorafgaande jaren dat niet eerder in aanmerking is genomen.

  • 2

    Persoonsgebonden aftrekposten zijn de:

    • a.

      uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (afdeling 6.2);

    • b.

      [vervallen;]

    • c.

      [vervallen;]

    • d.

      uitgaven voor specifieke zorgkosten (afdeling 6.5);

    • e.

      weekenduitgaven voor gehandicapten (afdeling 6.6);

    • f.

      [vervallen;]

    • g.

      [vervallen;]

    • h.

      aftrekbare giften (afdeling 6.9).

  • 3

    Uitgaven als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, worden in aanmerking genomen voorzover de belastingplichtige zich redelijkerwijs gedrongen heeft kunnen voelen tot het doen van die uitgaven.

  • 4

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aanspraken op vergoedingen of tegemoetkomingen alsmede genoten of te genieten vergoedingen of tegemoetkomingen worden aangewezen die buiten beschouwing blijven bij de bepaling van de omvang van hetgeen op de belastingplichtige aan uitgaven drukt.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

04-06-2014
samen met
18-12-2013

Stb. 2014, 259
samen met
Stb. 2013, 565

33726
samen met
33752

Alg. 1

01-01-2022

wijziging

18-12-2019

Stb. 2019, 514

35306

12-07-2021

Stb. 2021, 349

01-01-2019

wijziging

19-12-2018

Stb. 2018, 512

34556

19-12-2018

Stb. 2018, 512

01-01-2015

wijziging

17-12-2014

Stb. 2014, 578

34002

17-12-2014

Stb. 2014, 578

wijziging

25-06-2014

Stb. 2014, 227

33716

04-07-2014

Stb. 2014, 271

01-01-2011

wijziging

23-12-2010

Stb. 2010, 872

32504

23-12-2010

Stb. 2010, 872

01-01-2009

wijziging

29-12-2008

Stb. 2008, 606

31706

29-12-2008

Stb. 2008, 608

wijziging

20-12-2007

Stb. 2007, 562

31205

20-12-2007

Stb. 2007, 562

01-03-2005

t/m 01-01-2004

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 657

29678

16-12-2004

Stb. 2004, 657

01-01-2005

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 654

29758

16-12-2004

Stb. 2004, 654

Inwtr. 2

01-01-2001

nieuwe-regeling

11-05-2000

Stb. 2000, 215

26727

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Inwtr. 3

wijziging

14-12-2000
samen met

Stb. 2000, 569
samen met
Stb. 2000, . Stcrt. 250

27431

14-12-2000

Stb. 2000, 569

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2013/565.

  • 2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 3) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.