Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 5.10

  • 1

    Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan bij ministeriële regeling het uitoefenen van het burgerluchtverkeer tijdelijk of blijvend beperken of verbieden boven Nederland of gedeelten daarvan:

    • a.

      om redenen van openbare orde en veiligheid;

    • b.

      om andere dringende redenen, waarbij het uitoefenen van de luchtvaart en omstandigheden of gebeurtenissen op het aardoppervlak elkaar kunnen beïnvloeden;

  • 2

    Onze Minister van Defensie kan bij ministeriële regeling het uitoefenen van het burgerluchtverkeer beperken of verbieden om reden van militaire noodzaak.

  • 3

    Op voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld met betrekking tot het uitoefenen van het burgerluchtverkeer boven gebieden aangewezen overeenkomstig artikel 1.2, tweede lid, onder b, van de Wet milieubeheer.

  • 4

    Van de regelingen krachtens het eerste en tweede lid wordt mededeling gedaan via de luchtvaartpublicaties bedoeld in artikel 5.23, eerste lid, onder d, en voor zover nodig via de verlener van luchtverkeersdiensten aan de betrokken gezagvoerder.

  • 5

    Het is verboden aan het luchtverkeer deel te nemen in strijd met het bepaalde krachtens het eerste, tweede en derde lid van dit artikel.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(11-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

30-08-2017

wijziging

17-05-2017

Stb. 2017, 320

34591

19-08-2017

Stb. 2017, 321

01-01-2016

wijziging

23-09-2015

Stb. 2015, 345

33802

10-12-2015

Stb. 2015, 526

Alg. 1

28-05-2008

wijziging

27-09-2007

Stb. 2007, 405

30834

13-05-2008

Stb. 2008, 175

01-07-1999

vernummerd-wijziging

26-03-1997

Stb. 1997, 255

24513

21-06-1999

Stb. 1999, 263

wijziging

29-04-1999

Stb. 1999, 235

26336

21-06-1999

Stb. 1999, 263

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is op het derde lid een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.