Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 7.6

  • 1

    Provinciale staten kunnen met het oog op de bescherming van het milieu in binnen hun provincie gelegen gebieden, niet zijnde Natura 2000-gebieden als bedoeld in de Wet natuurbescherming, die van bijzondere betekenis zijn of waarin het milieu reeds in ernstige mate is verontreinigd of aangetast in de provinciale milieuverordening activiteiten aanwijzen, die niet zijn opgenomen in een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 7.2, eerste lid, onder a, en die belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu in die gebieden. Artikel 7.2, zesde en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Terzake van die activiteiten kunnen zij de categorieën van plannen aanwijzen bij de voorbereiding waarvan een milieueffectrapport moet worden gemaakt indien die activiteiten binnen hun provincie worden uitgevoerd. De artikelen 7.2, tweede lid, tweede en derde volzin, vijfde en achtste lid, en 7.3, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Terzake van die activiteiten wijzen zij de categorieën van besluiten aan bij de voorbereiding waarvan een milieueffectrapport moet worden gemaakt indien die activiteiten binnen hun provincie worden uitgevoerd.

  • 4

    Op de voorbereiding van een besluit, houdende een aanwijzing krachtens het eerste tot en met derde lid, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing; zienswijzen kunnen naar voren worden gebracht door een ieder. Gedeputeerde staten plegen over het ontwerp overleg met burgemeester en wethouders van de gemeenten en de dagelijkse besturen van de waterschappen in hun provincie. Zij stellen de bestuursorganen, bedoeld in artikel 7.1, vijfde lid, onder b, onder 1, en Onze Minister in de gelegenheid omtrent het ontwerp advies uit te brengen.

  • 5

    Gedeputeerde staten leggen met het ontwerp van het besluit aan provinciale staten een verslag over van het gevoerde overleg, de uitgebrachte adviezen en de naar voren gebrachte zienswijzen, waarbij zij onder opgave van redenen aangeven in hoeverre daarmee rekening is gehouden.

  • 6

    Tegelijkertijd met de bekendmaking van het besluit, houdende een aanwijzing als bedoeld in het eerste tot en met derde lid, wordt daarvan mededeling gedaan door toezending van een exemplaar aan ieder van Onze Ministers en, voorzover het de aanwijzing betreft van categorieën van besluiten als bedoeld in het derde lid, aan de commissie.

Informatie geldend op 02-07-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wet milieubeheer
    artikel: 7.8e, 2.19, 7.1, 7.20, 7.24, 7.27

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-07-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2017

wijziging

16-12-2015

Stb. 2016, 34

33348

11-10-2016

Stb. 2016, 384

01-07-2010

wijziging

17-12-2009

Stb. 2010, 20

31755

20-05-2010

Stb. 2010, 197

28-09-2006

wijziging

05-07-2006

Stb. 2006, 336

29811

25-08-2006

Stb. 2006, 389

08-03-2006

wijziging

06-10-2005

Stb. 2005, 530

28995

20-10-2005

Stb. 2005, 531

01-07-2005

wijziging

26-05-2005

Stb. 2005, 282

29421

22-06-2005

Stb. 2005, 320

25-02-2005

wijziging

22-10-2003

Stb. 2003, 449

28744

08-02-2005

Stb. 2005, 81

01-04-1994

wijziging

04-02-1994

Stb. 1994, 99

22608

04-02-1994

Stb. 1994, 99