Indien een ander land belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu meent te kunnen ondervinden van een in een plan dan wel besluit voorgenomen activiteit in Nederland, geven het bevoegd gezag, onderscheidenlijk Onze Minister op verzoek van dat land toepassing aan artikel 7.38a, eerste tot en met vijfde lid, met inachtneming van de taakverdeling tussen het bevoegd gezag en Onze Minister, bedoeld in artikel 7.38a, zesde en zevende lid.
(02-07-2020)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
17-12-2009 |
20-05-2010 |
||||||
|
wijziging |
05-07-2006 |
25-08-2006 |
||||||
|
wijziging |
29-04-1999 |
29-04-1999 |
||||||
|
wijziging |
04-02-1994 |
Stb. 1994, 99 |
04-02-1994 |
Stb. 1994, 99 |
||||