Inrichtingen waarin van anderen afkomstige afvalstoffen worden gestort, brengen bij het in ontvangst nemen van afvalstoffen een bedrag in rekening waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden:
met de kosten van het totstandbrengen, instandhouden en in werking hebben van de inrichting,
met de kosten van de voorzieningen die bewerkstelligen dat de inrichting, nadat zij buiten gebruik is gesteld, geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt, daaronder mede begrepen de kosten van de krachtens artikel 15.44, eerste lid, verschuldigde heffing, en
met de kosten van financiële zekerheid in categorieën van gevallen waarvoor het stellen van financiële zekerheid krachtens artikel 4.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is voorgeschreven.
Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het eerste lid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet op de economische delicten
artikel: 1a
(02-07-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
vernummering |
25-03-2010 |
10-06-2010 |
||||||
vervallen |
17-12-1993 |
Stb. 1993, 671 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
Opmerkingen
1) Voorheen art. 8.36f.