Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2.9 [Geldend t/m 31-12-2023]

  • 1

    Het verbod, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, is niet van toepassing op projecten die zijn beschreven in en worden gerealiseerd overeenkomstig een beheerplan als bedoeld in artikel 2.3 of een programma als bedoeld in artikel 1.13, eerste, zevende, of achtste lid, of een plan of programma als bedoeld in artikel 2.3, vijfde lid, indien:

    • a.

      ten aanzien van het plan of het programma, althans het desbetreffende onderdeel, een passende beoordeling van projecten is uitgevoerd waaruit de zekerheid is verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet zal aantasten, en

    • b.

      het bestuursorgaan dat het plan of het programma heeft vastgesteld tevens bevoegd is voor de verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, voor een dergelijk project, of, als dat niet het geval is, het laatstbedoelde bestuursorgaan heeft ingestemd met het onderdeel van het plan of programma dat betrekking heeft op het project.

  • 2

    Het verbod, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, is niet van toepassing op projecten, behorende tot door provinciale staten bij verordening of, indien dat in het algemeen belang geboden is, bij ministeriële regeling aangewezen categorieën van projecten, indien ten aanzien van het project is voldaan aan bij of krachtens die verordening of bij ministeriële regeling gestelde regels. Deze regels kunnen in elk geval betrekking hebben op:

    • a.

      een drempelwaarde die door het project niet mag worden overschreden;

    • b.

      de wijze waarop een project wordt gerealiseerd;

    • c.

      de ligging van de locatie waar een project wordt gerealiseerd ten opzichte van een Natura 2000-gebied, een natuurlijke habitat of een habitat van een soort in dat gebied;

    • d.

      de te verrichten onderzoeken naar de gevolgen van de realisatie van een projecthandeling voor de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied;

    • e.

      de voorafgaand aan of tijdens de realisatie van een project te treffen maatregelen om te voorkomen dat de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied worden aangetast; en

    • f.

      de melding van het voornemen een project te realiseren aan een bij of krachtens de verordening of ministeriële regeling aangewezen bestuursorgaan, de termijn waarbinnen en de wijze waarop de melding wordt gedaan, en de daarbij te overleggen gegevens.

  • 3

    Op grond van het tweede lid kunnen uitsluitend categorieën van projecten als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, worden aangewezen:

    • a.

      ten aanzien waarvan op voorhand op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat zij afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significant negatieve gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied kunnen hebben;

    • b.

      ten aanzien waarvan een passende beoordeling is gemaakt waaruit zekerheid is verkregen dat de projecten de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied niet zullen aantasten; of

    • c.

      waarvoor de afwijking van artikel 2.7, tweede lid, met inachtneming van artikel 2.8, vijfde lid, kan worden gerechtvaardigd op grond van dwingende redenen van groot openbaar belang, het ontbreken van alternatieve oplossingen en het treffen van compenserende maatregelen die waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft.

  • 4

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop wordt vastgesteld of plannen, projecten of andere handelingen dan projecten als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, gevolgen als bedoeld in artikel 2.7, eerste of tweede lid, kunnen hebben. Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op rekenmodellen, onderzoeksmethoden of meetmethoden waarmee gevolgen kunnen worden bepaald.

  • 5

    Een ministeriële regeling als bedoeld in het tweede lid wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Informatie geldend op 23-12-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling natuurbescherming

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit natuurbescherming
    artikel: 1.3

  2. Besluit omgevingsrecht
    artikel: 2.2aa, 6.10a, 5.21

  3. Invoeringswet Omgevingswet
    artikel: 4.48

  4. Kavelbesluit III windenergiegebied Hollandse Kust (zuid)
    tekst: tekst

  5. Kavelbesluit IV windenergiegebied Hollandse Kust (zuid)
    tekst: tekst

  6. Kavelbesluit VI windenergiegebied Hollandse Kust (west)
    tekst: tekst

  7. Kavelbesluit VII windenergiegebied Hollandse Kust (west)
    tekst: tekst
    bijlage: II

  8. Regeling natuurbescherming

  9. Regeling veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
    bijlage: 3

  10. Spoedwet wegverbreding
    artikel: 9

  11. Tracéwet
    artikel: 13

  12. Vaststellingsbesluit programma aanpak stikstof
    bijlage: bijlage

  13. Wet natuurbescherming
    artikel: 1.13a, 1.3, 4.4, 5.5, 8.1

  14. Wet windenergie op zee
    artikel: 5

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(23-12-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35444

01-01-2024

intrekking-regeling

08-07-2020

Stb. 2020, 310

34985

05-04-2023

Stb. 2023, 113

Alg. 1

01-07-2021

wijziging

10-03-2021

Stb. 2021, 140

35600

14-06-2021

Stb. 2021, 288

01-01-2020

wijziging

18-12-2019

Stb. 2019, 517

35347

18-12-2019

Stb. 2019, 518

01-07-2018

wijziging

25-04-2018

Stb. 2018, 142

34860

19-06-2018

Stb. 2018, 207

01-01-2017

nieuwe-regeling

16-12-2015

Stb. 2016, 34

33348

11-10-2016

Stb. 2016, 384

Opmerkingen

  • 1) Hoofdstuk 2 van Stb. 2020/310 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.