Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 32

  • 1

    Indien de zaak eindigt hetzij zonder oplegging van straf of maatregel, hetzij met oplegging van een zodanige straf of maatregel, dat de opgelegde voorlopige maatregel als onevenredig hard moet worden beschouwd, kan het gerecht, op verzoek van de gewezen verdachte of van zijn erfgenamen, hem of zijn erfgenamen een geldelijke tegemoetkoming ten laste van de Staat toekennen voor de schade, welke hij ten gevolge van de opgelegde voorlopige maatregel werkelijk heeft geleden. Tot deze toekenning is bevoegd het gerecht in feitelijke aanleg, waarvoor de zaak tijdens de beëindiging daarvan werd vervolgd of anders het laatst werd vervolgd.

  • 2

    De artikelen 89, derde en vierde lid, 90-91 en 93 van het Wetboek van Strafvordering vinden overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Indien de gewezen verdachte na het indienen van zijn verzoek of na de instelling van hoger beroep overleden is, geschiedt de toekenning ten behoeve van zijn erfgenamen.

Informatie geldend op 26-09-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
    artikel: 96a, 96b

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(26-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

12-06-1978

wijziging

10-05-1978

Stb. 1978, 251

14636

10-05-1978

Stb. 1978, 251

28-07-1975

wijziging

26-06-1975

Stb. 1975, 341

12132

26-06-1975

Stb. 1975, 341

30-06-1969

wijziging

21-05-1969

Stb. 1969, 232

9608

21-05-1969

Stb. 1969, 232

01-05-1951

nieuwe-regeling

22-06-1950

Stb. 1950, K258

603

03-04-1951

Stb. 1951, 91