Met de opsporing van de bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een bevel, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.
Met de opsporing van de bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten zijn tevens belast:
de in artikel 33, bedoelde ambtenaren, voor zover deze zijn aangewezen bij besluit van Onze Minister van Justitie en
de ambtenaren, aangewezen bij besluit van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie.
Van een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(18-02-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2008 |
intrekking-regeling |
12-05-2005 |
12-05-2005 |
|||||
wijziging |
12-05-2005 |
07-09-2005 |
||||||
wijziging |
06-11-1997 |
11-12-1997 |
||||||
nieuwe-regeling |
25-03-1994 |
Stb. 1994, 300 |
20-10-1995 |