Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2

  • 1

    De vice-president en de leden worden bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met Onze Minister van Justitie voor het leven benoemd. Vacatures worden in de Staatscourant gepubliceerd onder opgave van het profiel van de gezochte kandidaat of kandidaten. De Tweede Kamer der Staten-Generaal voert ten minste eenmaal per jaar overleg met de vice-president over de vacatures.

  • 2

    Voor de benoeming van de vice-president wordt de Raad gehoord. Voor de benoeming van de leden doet de Raad een aanbeveling. De aanbeveling wordt gedaan gehoord de afdeling of afdelingen van de Raad waarvan het te benoemen lid deel zal uitmaken.

  • 3

    De leden worden bij koninklijk besluit benoemd in de Afdeling advisering of de Afdeling bestuursrechtspraak, dan wel in beide afdelingen. Het aantal leden dat in beide afdelingen wordt benoemd, bedraagt ten hoogste 10. De benoeming kan worden gewijzigd, met dien verstande dat een benoeming in de Afdeling bestuursrechtspraak slechts op verzoek van het lid kan worden beëindigd.

  • 4

    Een lid kan slechts deelnemen aan de rechtsprekende taak indien:

    • a.

      hem op grond van het afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs door een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, de graad Bachelor op het gebied van het recht en tevens de graad Master op het gebied van het recht is verleend, of

    • b.

      hij op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het recht aan een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, het recht om de titel meester te voeren heeft verkregen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten.

  • 5

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden, verleend door een universiteit, de Open Universiteit of een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het vierde lid, onderdeel a, gelijk worden gesteld aan de in dat onderdeel bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.

  • 6

    In bijzondere gevallen kan van het vierde lid worden afgeweken.

Informatie geldend op 05-02-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit beroepsvereisten Raad van State

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur
    artikel: 8.1, 9.3

  2. Besluit beroepsvereisten Raad van State
    artikel: 1

  3. Wet op de Raad van State
    artikel: 30a, 8, 10, 42

  4. Wijzigingswet Wet op de Raad van State (herstructurering Raad van State)
    artikel: XIV

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(05-02-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

18-01-2016

wijziging

02-12-2015

Stb. 2015, 478

34272

16-12-2015

Stb. 2016, 2

01-09-2010

wijziging

22-04-2010

Stb. 2010, 175

30585

08-06-2010

Stb. 2010, 236

Alg. 1

wijziging

11-12-2008

Stb. 2009, 8

31227

08-06-2010

Stb. 2010, 236

01-01-1994

wijziging

16-12-1993

Stb. 1993, 650

22495

23-12-1993

Stb. 1993, 693

18-07-1981

wijziging

07-05-1981

Stb. 1981, 330

16032

07-05-1981

Stb. 1981, 330

16-04-1962

nieuwe-regeling

09-03-1962

Stb. 1962, 88

5378

05-04-1962

Stb. 1962, 110

Opmerkingen

  • 1) Artikel XIV, tweede, derde en vierde lid, van Stb. 2010/175 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.