Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 6

  • 1

    Alvorens hun ambt te aanvaarden leggen de vice-president en de leden in handen van de Koning de volgende eed (verklaring en belofte) af:

    «Ik zweer (verklaar) dat ik, tot het verkrijgen van mijn aanstelling, middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan iemand iets heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, van niemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen, middellijk of onmiddellijk.

    Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, dat ik het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet steeds zal helpen onderhouden en mijn ambt met eerlijkheid, nauwgezetheid en onpartijdigheid zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God almachtig!»

    (Dat verklaar en beloof ik»).

  • 2

    Deze eed (verklaring en belofte) kan door de leden ook worden afgelegd in een vergadering van de Raad in handen van de vice-president, daartoe door de Koning gemachtigd.

Informatie geldend op 05-02-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wet op de Raad van State
    artikel: 8, 10

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(05-02-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-09-2010

wijziging

22-04-2010

Stb. 2010, 175

30585

08-06-2010

Stb. 2010, 236

01-01-1994

vervallen

16-12-1993

Stb. 1993, 650

22495

23-12-1993

Stb. 1993, 693

01-08-1989

wijziging

21-06-1989

Stb. 1989, 293

19890

05-07-1989

Stb. 1989, 294

01-05-1976

wijziging

01-05-1975

Stb. 1975, 283

11280

22-04-1976

Stb. 1976, 233

16-04-1962

nieuwe-regeling

09-03-1962

Stb. 1962, 88

5378

05-04-1962

Stb. 1962, 110