Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald, dat het verboden is binnen een bij het plan aan te geven gebied bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), voor zover zulks noodzakelijk is:
om te voorkomen, dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwerkelijking van de daaraan bij het plan gegeven bestemming;
ter handhaving en ter bescherming van een verwerkelijkte bestemming als bedoeld onder a.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(03-07-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-07-2008 |
intrekking-regeling |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
|||||
wijziging |
10-01-2000 |
10-01-2000 |
||||||
wijziging |
04-12-1997 |
11-12-1997 |
||||||
nieuwe-regeling |
05-07-1962 |
Stb. 1962, 286 |
24-07-1965 |
Stb. 1965, 340 |
Opmerkingen
1) Afdeling 9.1 van Stb. 2008/180 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.