Het vrijstellingsbesluit, bedoeld in artikel 19, eerste en tweede lid, bevat een beschrijving van het betrokken project, de ruimtelijke onderbouwing en de afwegingen die aan het verlenen van vrijstelling ten grondslag liggen. Artikel 15, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
De gemeenteraad of in voorkomend geval burgemeester en wethouders beslissen zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot vrijstelling als bedoeld in artikel 19, of toepassing zal worden gegeven aan het vierde lid.
Indien besloten wordt geen toepassing te geven aan het vierde lid wordt de vrijstelling geweigerd.
Op de voorbereiding van het besluit omtrent de vrijstelling is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat:
zienswijzen naar voren kunnen worden gebracht door een ieder;
in afwijking van artikel 3:18, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken nadat de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen is verstreken, indien geen verklaring van geen bezwaar is vereist.
De gemeenteraad beslist of in voorkomend geval burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzageligging omtrent het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar.
Indien tot aanvraag van de verklaring van geen bezwaar wordt besloten, wordt deze binnen twee weken nadien met de aanvraag om vrijstelling en de in voorkomend geval naar voren gebrachte zienswijzen aan gedeputeerde staten gezonden.
Alvorens het besluit omtrent de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in artikel 19, eerste lid, of in voorkomend geval tweede lid, te nemen, horen gedeputeerde staten de inspecteur.
Het besluit omtrent de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in artikel 19, eerste lid, of in voorkomend geval tweede lid, wordt binnen acht weken na ontvangst van de desbetreffende aanvraag bekendgemaakt. Van het besluit wordt onverwijld mededeling gedaan aan de inspecteur. Artikel 10:31, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Gedeputeerde staten kunnen de verklaring weigeren wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening. Indien gedeputeerde staten binnen de gestelde termijn geen besluit aan de gemeenteraad, of in voorkomend geval burgemeester en wethouders hebben bekendgemaakt, wordt dit gelijkgesteld met een besluit tot weigering van de verklaring.
Indien de inspecteur aan gedeputeerde staten te kennen heeft gegeven dat de beoogde vrijstelling in kennelijke strijd is met het nationaal ruimtelijk beleid en gedeputeerde staten niettemin besluiten tot verlening van de verklaring van geen bezwaar, treedt het besluit van gedeputeerde staten niet in werking. Gedeputeerde staten doen hiervan mededeling bij de bekendmaking van hun besluit aan de gemeenteraad of in voorkomend geval burgemeester en wethouders, onder gelijktijdige verzending van een afschrift aan de inspecteur.
Onze Minister kan gedurende acht weken na verzending aan de inspecteur van de mededeling, bedoeld in het negende lid, het besluit van gedeputeerde staten vervangen door een eigen besluit inhoudende weigering van de verklaring. Alvorens te besluiten hoort hij de Rijksplanologische Commissie en gedeputeerde staten. Indien Onze Minister binnen die termijn geen besluit heeft bekendgemaakt dan wel zoveel eerder als hij heeft medegedeeld van vervanging af te zien, treedt het besluit van gedeputeerde staten in werking. Gedeputeerde staten doen daarvan mededeling aan de gemeenteraad of in voorkomend geval burgemeester en wethouders.
In afwijking van artikel 3:18, eerste en tweede lid, beslist de gemeenteraad of beslissen in voorkomend geval burgemeester en wethouders omtrent het verlenen van vrijstelling binnen twee weken na de inwerkingtreding van het besluit van gedeputeerde staten. Burgemeester en wethouders zenden afschrift van het besluit omtrent vrijstelling aan de inspecteur.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven die in acht moeten worden genomen alvorens vrijstelling mag worden verleend.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(03-07-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-07-2008 |
intrekking-regeling |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
|||||
wijziging |
14-12-2005 |
14-12-2005 |
||||||
wijziging |
26-05-2005 |
22-06-2005 |
||||||
wijziging |
22-10-2003 |
08-02-2005 |
||||||
wijziging |
03-04-2003 |
16-05-2003 |
||||||
wijziging |
01-07-1999 |
24-12-1999 |
||||||
wijziging |
10-01-2000 |
10-01-2000 |
||||||
wijziging |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 690 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
wijziging |
04-06-1992 |
Stb. 1992, 422 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
wijziging |
29-08-1991 |
Stb. 1991, 449 |
29-08-1991 |
Stb. 1991, 449 |
||||
wijziging |
22-05-1991 |
Stb. 1991, 394 |
22-05-1991 |
Stb. 1991, 394 |
||||
nieuw |
21-11-1985 |
Stb. 1985, 623 |
16-12-1985 |
Stb. 1985, 667 |