Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 15c

  • 1

    Indien een belastingplichtige voor de toepassing van deze wet of een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting dan wel de Belastingregeling voor het Koninkrijk, de Belastingregeling voor het land Nederland niet meer wordt aangemerkt als inwoner van Nederland, worden de bestanddelen van zijn vermogen waarvan de voordelen dientengevolge niet meer begrepen worden in de belastbare winst, op het tijdstip onmiddellijk voorafgaande aan het ophouden van het hiervoor bedoelde inwonerschap geacht te zijn vervreemd tegen de waarde in het economische verkeer.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de vermogensbestanddelen die bij een fiscale eenheid afkomstig zijn van een dochtermaatschappij indien zich ten aanzien van die dochtermaatschappij een omstandigheid voordoet als bedoeld in het eerste lid.

Informatie geldend op 07-09-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Vennootschapsbelasting, dividendbelasting, diverse fiscale gevolgen van zetelverplaatsing van een naar Nederlands recht opgericht lichaam

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit fiscale eenheid 2003
    artikel: 40

  2. Vennootschapsbelasting, dividendbelasting, diverse fiscale gevolgen van zetelverplaatsing van een naar Nederlands recht opgericht lichaam
    circulaire.divisie: 6

  3. Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    artikel: 15ai

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

10-10-2010

wijziging

30-09-2010

Stb. 2010, 363

32217

23-09-2010

Stb. 2010, 387

Inwtr. 1

01-01-2003

wijziging

11-12-2002

Stb. 2002, 613

28487

11-12-2002

Stb. 2002, 613

Inwtr. 2

wijziging

11-12-2002
samen met
11-12-2002
samen met
14-12-2001

Stb. 2002, 618
samen met
Stb. 2002, 613
samen met
Stb. 2001, 641

26854
samen met
28487
samen met
28034

11-12-2002
samen met
12-12-2002

Stb. 2002, 618
samen met
Stb. 2002, 617

Inwtr. 3

01-01-2002

wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 641

28034

14-12-2001

Stb. 2001, 641

Inwtr. 4

01-01-2001

nieuw

11-05-2000

Stb. 2000, 216

26728

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treedt.

  • 2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 3) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 4) De wijzigingen op de artikelen 9, eerste lid, 10, 10a, 13, derde lid, 13b en 13d, met betrekking tot het daarin opgenomen onderdeel d van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zijn voor het eerst van toepassing op leningen die zijn aangegaan na 31 december 2001. De wijzigingen op de artikelen 13, eerste lid en 13d, met betrekking tot het daarin opgenomen onderdeel c van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zijn voor het eerst van toepassing op vervreemdingen van deelnemingen na 31 december 2001. Artikel 22 vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2002. Artikel 28, onderdeel f en g vinden op verzoek van de belastingplichtige toepassing met ingang van 1januari 2001. Bij Stb. 2001/641 is in artikel VIIA een bepaling betreffende de toepassing gepubliceerd. Artikel 17a, onderdeel c, 18, eerste lid werken terug tot en met 1 januari 2001.