Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 12

  • 1

    Lichamen die zijn aangemerkt als culturele instelling alsmede lichamen zonder aandeelhouders of deelgerechtigden die een sociaal belang behartigen en de winst hoofdzakelijk behalen met behulp van vrijwilligers, kunnen een bestedingsreserve vormen tot vermindering van de in aanmerking te nemen kosten bedoeld in het tweede lid, indien en zolang het voornemen bestaat tot het maken van die kosten.

  • 2

    De kosten waarvoor een bestedingsreserve kan worden gevormd zijn de in het jaar of in de volgende vijf jaren te verrichten:

    • a.

      uitgaven ter zake van de aanschaf, voortbrenging of verbetering van bedrijfsmiddelen, met uitzondering van onroerende zaken die bestemd zijn om direct of indirect hoofdzakelijk al dan niet kortstondig ter beschikking te worden gesteld aan derden, of

    • b.

      uitgaven ter zake van projecten.

  • 3

    Het eerste lid is slechts van toepassing voorzover ondernemingsactiviteiten worden verricht die in de lijn liggen van het belang dat het lichaam behartigt of bestaan uit het inzamelen om niet en vervolgens verkopen van gebruikte goederen met het oog op dat belang. Daarbij wordt onder gebruikte goederen verstaan: alle roerende lichamelijke zaken die, in de staat waarin zij verkeren of na herstelling daarvan, opnieuw kunnen worden gebruikt of verbruikt, met uitzondering van vervoermiddelen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen, antiquiteiten, edele metalen en edelstenen.

  • 4

    Bij ministeriële regeling kunnen ter voorkoming van ernstige concurrentieverstoring, lichamen, groepen lichamen of activiteiten worden uitgezonderd van de toepassing van het eerste lid.

  • 5

    Het ten laste van de winst van een jaar aan de reserve toe te voegen bedrag beloopt ten hoogste de in het jaar behaalde winst vóór die toevoeging.

  • 6

    Een bestedingsreserve van een jaar wordt uiterlijk in het vijfde jaar na het jaar waarin de reserve is ontstaan, in de winst opgenomen, behalve voorzover de reserve is gevormd met betrekking tot de aanschaf, voortbrenging of verbetering van een bedrijfsmiddel of met betrekking tot een project:

    • a.

      waarvan uit de aard voortvloeit dat een langer tijdvak is vereist, of

    • b.

      waarbij aan de aanschaf, voortbrenging of verbetering van het bedrijfsmiddel respectievelijk voorbereiding van het project een begin van uitvoering is gegeven, maar verdere uitvoering is vertraagd door bijzondere omstandigheden.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2012

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 639

33003

22-12-2011

Stb. 2011, 639

Alg. 1

Inwtr. 2

01-01-2007

vernummerd-wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 631

30572

30-11-2006

Stb. 2006, 631

Alg. 3

09-12-2005

vervallen

01-12-2005

Stb. 2005, 613

29686

01-12-2005

Stb. 2005, 613

01-01-2001

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 567

27209

14-12-2000

Stb. 2000, 567

16-03-1985

vervallen

06-03-1985

Stb. 1985, 120

18243

06-03-1985

Stb. 1985, 120

30-10-1969

nieuwe-regeling

08-10-1969

Stb. 1969, 445

6000

08-10-1969

Stb. 1969, 445

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is voor het tweede lid, onderdeel b, een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.Artikel XII van Stb. 2011/639 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012.

  • 3) Voorheen art. 15ba.