Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 9

  • 1

    Bij het bepalen van de winst komen mede in aftrek:

    • a.

      aandelen in de winst aan bestuurders en verder personeel toegekend ter zake van in de onderneming verrichte arbeid;

    • b.

      aandelen in de winst welke de tegenprestatie vormen voor het verlenen van een concessie of een licentie op een octrooi, of voor een andere, soortgelijke prestatie, zoals leveringen of aankopen, mits deze aandelen in de winst niet aan oprichters, aandeelhouders, leden, deelnemers of deelgerechtigden als zodanig zijn opgekomen;

    • c.

      aandelen in de winst van een verzekeringsonderneming welke aan verzekerden krachtens hun verzekering toekomen;

    • d.

      oprichtingskosten, alsmede kosten van wijziging van het kapitaal;

    • e.

      het gedeelte van de winst van een open commanditaire vennootschap dat toekomt aan de voor het geheel aansprakelijke vennoten als zodanig;

    • f.

      [vervallen;]

    • g.

      uitdelingen van een coöperatie of van een vereniging op coöperatieve grondslag uit de daartoe beschikbare over het jaar genoten winst, naar de maatstaf van de door of jegens de leden in dat jaar verrichte prestaties - daaronder niet begrepen kapitaalverstrekking door leden als zodanig - tot ten hoogste het bedrag van het op de voet van het tweede lid bepaalde gedeelte van de over het jaar genoten winst, voor zover die uitdelingen zijn toegekend aan leden, natuurlijke personen;

    • h.

      bij een algemeen nut beogende instelling en bij een lichaam dat een sociaal belang behartigt en de winst hoofdzakelijk behaalt met behulp van arbeid die door natuurlijke personen om niet of naar een loon dat in belangrijke mate lager is dan hetgeen in het economische verkeer gebruikelijk is, wordt verricht (vrijwilligers): de kosten die met betrekking tot vrijwilligers aftrekbaar zouden zijn indien hun beloning plaats zou vinden op basis van het minimumloon, verminderd met de werkelijke kosten.

  • 2

    Het in het eerste lid, onderdeel g, bedoelde gedeelte is het deel dat zich tot het geheel van de over het jaar genoten winst verhoudt als het gedeelte van de totale kosten van de coöperatie of de vereniging op coöperatieve grondslag over het jaar dat betrekking heeft op door of jegens de leden verrichte prestaties, zich verhoudt tot die totale kosten, met dien verstande dat het aldus berekende deel wordt vermeerderd met € 2269 tot ten hoogste het bedrag van die winst. Bij de berekening van het gedeelte van de totale kosten komen als door de leden geleverde zaken slechts in aanmerking die welke door hen in eigen onderneming zijn voortgebracht, komen aan de leden geleverde zaken, indien zij door de coöperatie of de vereniging op coöperatieve grondslag zelf vervaardigd zijn, slechts in aanmerking tot de daarin verwerkte grondstoffen en komen als op zaken betrekking hebbende kosten uitsluitend in aanmerking die welke aan de leveranciers zelf ten goede zijn gekomen.

  • 3

    Voorzover een lichaam als bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, aannemelijk maakt dat in het economische verkeer met betrekking tot een in dat onderdeel bedoelde persoon een hoger loon dan het minimumloon gebruikelijk is, worden de daar bedoelde aftrekbare kosten berekend op basis van dat hogere loon.

  • 4

    De kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, komen slechts in aftrek indien het lichaam deze in zijn administratie heeft gespecificeerd naar de in dat onderdeel bedoelde personen onder opgave van hun naam, adres, woonplaats en de daadwerkelijk aan hen verstrekte beloningen.

  • 5

    De aftrek van het eerste lid, onderdeel h, wordt slechts in aanmerking genomen voorzover deze meer bedraagt dan de aftrek ingevolge artikel 9a. Indien de berekening van de belastbare winst door de aftrek van het eerste lid, onderdeel h, zou leiden tot een negatief bedrag, blijft de aftrek beperkt tot een zodanig bedrag dat geen negatief bedrag ontstaat. Indien vóór het in aanmerking nemen van de aftrek van het eerste lid, onderdeel h, de berekening van de winst reeds leidt tot een negatief bedrag, vindt die aftrek geen toepassing.

  • 6

    Bij ministeriële regeling kunnen ter voorkoming van concurrentieverstoring, lichamen, groepen lichamen of activiteiten worden uitgezonderd van de toepassing van het eerste lid, onderdeel h.

Informatie geldend op 07-09-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971

  2. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2007

  3. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2011

  4. Wijzigingsregeling enige uitvoeringsregelingen 2015 (fiscaliteit, toeslagen en douane en Wet op de accijns)

  5. Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2013)

  6. Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2015)

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Vennootschapsbelasting, coöperaties; diverse onderwerpen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanpassingsbesluit uitvoeringsbesluiten Belastingplan 2002

  2. Besluit fiscale eenheid 2003
    artikel: 28

  3. Mijnbouwwet
    artikel: 68

  4. Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971
    artikel: 1

  5. Vennootschapsbelasting en Dividendbelasting, inkoop van eigen aandelen
    tekst: tekst

  6. Vennootschapsbelasting, juridische fusie; toepassing artikel 14b, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    tekst: tekst

  7. Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    artikel: 15a, 15ac, 10, 18

  8. Wet werken aan winst
    artikel: VIIIa

  9. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2007

  10. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2010

  11. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2011

  12. Wijzigingsregeling enige uitvoeringsregelingen 2015 (fiscaliteit, toeslagen en douane en Wet op de accijns)

  13. Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2013)

  14. Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2015)

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35241

12-06-2015

wijziging

04-06-2015

Stb. 2015, 207

34003

04-06-2015

Stb. 2015, 207

Inwtr. 1

01-01-2012

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 640

33004

22-12-2011

Stb. 2011, 640

Inwtr. 2

30-12-2008

t/m 01-01-2008

wijziging

18-12-2008

Stb. 2008, 567

31717

18-12-2008

Stb. 2008, 567

01-01-2008

wijziging

20-12-2007

Stb. 2007, 562

31205

20-12-2007

Stb. 2007, 562

01-01-2007

wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 631

30572

30-11-2006

Stb. 2006, 631

Alg. 3

02-12-2005

t/m 01-01-2005

wijziging

17-11-2005

Stb. 2005, 603

30200

17-11-2005

Stb. 2005, 603

01-01-2005

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 653

29767

16-12-2004

Stb. 2004, 653

Inwtr. 4

29-08-2002

wijziging

13-07-2002
samen met
13-07-2002

Stb. 2002, 396
samen met
Stb. 2002, 397

27896

13-07-2002

Stb. 2002, 396

Alg. 5

01-01-2002

wijziging

12-12-2001

Stb. 2001, 639

27882

12-12-2001

Stb. 2001, 639

wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 641

28034

14-12-2001

Stb. 2001, 641

Inwtr. 6

01-01-2001

wijziging

11-05-2000

Stb. 2000, 216

26728

11-05-2000

Stb. 2000, 216

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 570

27466

14-12-2000

Stb. 2000, 570

28-12-2000

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 551

27030

14-12-2000

Stb. 2000, 551

30-12-1998

t/m 26-06-1998

wijziging

17-12-1998

Stb. 1998, 724

26148

17-12-1998

Stb. 1998, 724

Inwtr. 7

26-06-1998

wijziging

24-06-1998

Stb. 1998, 370

25721

24-06-1998

Stb. 1998, 370

02-07-1995

wijziging

28-05-1975

Stb. 1975, 277

12055

28-05-1975

Stb. 1975, 277

01-01-1995

wijziging

23-12-1994

Stb. 1994, 936

23943

23-12-1994

Stb. 1994, 936

01-01-1994

wijziging

01-11-1993

Stb. 1993, 573

20291

01-11-1993

Stb. 1993, 573

01-01-1992

wijziging

25-10-1989
samen met
11-12-1991

Stb. 1989, 491
samen met
Stb. 1991, 608

19527

20-02-1990

Stb. 1990, 90

01-01-1989

wijziging

16-06-1988

Stb. 1988, 305

19775

01-12-1988

Stb. 1988, 542

30-10-1969

nieuwe-regeling

08-10-1969

Stb. 1969, 445

6000

08-10-1969

Stb. 1969, 445

Opmerkingen

  • 1) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016.

  • 2) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012.

  • 3) Artikel VIIIa van Stb. 2006/631 bevat overgangsrecht m.b.t. de wijziging op het eerste lid, onderdeel h en het derde lid.

  • 4) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 5) De datum van inwerkingtreding is ingevolge artikel 12, tweede lid van de Tijdelijke referendumwet van rechtswege opgeschort tot 29 augustus 2002.

  • 6) De wijzigingen op de artikelen 9, eerste lid, 10, 10a, 13, derde lid, 13b en 13d, met betrekking tot het daarin opgenomen onderdeel d van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zijn voor het eerst van toepassing op leningen die zijn aangegaan na 31 december 2001. De wijzigingen op de artikelen 13, eerste lid en 13d, met betrekking tot het daarin opgenomen onderdeel c van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zijn voor het eerst van toepassing op vervreemdingen van deelnemingen na 31 december 2001. Artikel 22 vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2002. Artikel 28, onderdeel f en g vinden op verzoek van de belastingplichtige toepassing met ingang van 1januari 2001. Bij Stb. 2001/641 is in artikel VIIA een bepaling betreffende de toepassing gepubliceerd. Artikel 17a, onderdeel c, 18, eerste lid werken terug tot en met 1 januari 2001.

  • 7) Werkt terug tot en met 26 juni 1998.