Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 15ab

  • 1

    Op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van voeging van een dochtermaatschappij stelt de moedermaatschappij haar belang, dan wel indien gelijktijdig ook andere dochtermaatschappijen worden gevoegd, stellen de moedermaatschappij en de gelijktijdig gevoegde dochtermaatschappijen hun belang in die dochtermaatschappij te boek op de waarde in het economische verkeer.

  • 2

    Indien op het tijdstip van voeging van een maatschappij tot het vermogen van die maatschappij een deelneming behoort waarvan de onderneming geheel of nagenoeg geheel is gestaakt, dan wel daartoe is besloten, of indien op het tijdstip van voeging van een maatschappij tot het vermogen van die maatschappij een onderneming behoort waarop het bepaalde in artikel 13e van toepassing is, komt, onverminderd het bepaalde in de artikelen 13d en 13e, een liquidatieverlies uit hoofde van de deelneming slechts in aftrek voorzover de winst van de fiscale eenheid, zonder rekening te houden met dat liquidatieverlies, aan die maatschappij is toe te rekenen.

  • 3

    Voorzover een liquidatieverlies in een jaar ingevolge het tweede lid niet in aanmerking is genomen, wordt het achtereenvolgens in mindering gebracht op en ten hoogste tot de positieve belastbare bedragen van het daaraan voorafgaande jaar en de zes volgende jaren, van:

    • a.

      de desbetreffende maatschappij, in de jaren waarin deze geen deel uitmaakte of uitmaakt van de fiscale eenheid; onderscheidenlijk

    • b.

      van de fiscale eenheid, voorzover de winst van de fiscale eenheid aan die maatschappij is toe te rekenen.

  • 4

    Het in mindering brengen van liquidatieverliezen vindt plaats in de volgorde waarin deze zijn ontstaan en de positieve belastbare bedragen zijn ontstaan.

  • 5

    Voorzover een liquidatieverlies ingevolge het derde lid in het voorafgaande jaar als bedoeld in dat lid op het belastbare bedrag in mindering wordt gebracht, zal de aanslag over dat jaar worden herzien. Over het bedrag van de herziening wordt geen belastingrente vergoed.

  • 6

    De tot het vermogen van een maatschappij behorende schuldvorderingen op een andere maatschappij worden op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop de fiscale eenheid ten aanzien van deze maatschappijen tot stand komt door die maatschappij gesteld op de bedrijfswaarde of, indien dat lager is, de nominale waarde. Tevens worden op het eerstgenoemde tijdstip de schulden van de andere maatschappij waarop de schuldvorderingen betrekking hebben, gesteld op dezelfde waarde als waarop die schuldvorderingen ingevolge de vorige volzin worden gesteld.

  • 7

    Het zesde lid is niet van toepassing voor zover met betrekking tot de schuldvordering reeds een bedrag op de voet van de artikelen 13b of 13ba in aanmerking is genomen bij de maatschappij die de schuldvordering houdt of bij een met hem verbonden lichaam als bedoeld in artikel 10a, vierde lid.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2019

wijziging

19-12-2018

Stb. 2018, 505

35028

19-12-2018

Stb. 2018, 505

Inwtr. 1

01-01-2013

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 639

33003

22-12-2011

Stb. 2011, 639

01-01-2007

wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 631

30572

30-11-2006

Stb. 2006, 631

09-12-2005

wijziging

01-12-2005

Stb. 2005, 613

29686

01-12-2005

Stb. 2005, 613

01-01-2003

nieuw

11-12-2002

Stb. 2002, 618

26854

11-12-2002
samen met
12-12-2002

Stb. 2002, 618
samen met
Stb. 2002, 617

Inwtr. 2

Opmerkingen

  • 1) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019.

  • 2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.