Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 17a

Tot een Nederlandse onderneming worden gerekend:

  • a.

    in Nederland gelegen onroerende zaken, daaronder begrepen:

    • 1°.

      rechten die direct of indirect betrekking hebben op in Nederland gelegen onroerende zaken en

    • 2°.

      rechten die samenhangen met de exploratie en de exploitatie van in Nederland aanwezige natuurlijke rijkdommen waaronder ook wordt gerekend de opwekking van energie uit het water, de stromen en de winden, of rechten waaraan deze zijn onderworpen;

  • b.

    rechten op aandelen in de winst of de medegerechtigdheid tot het vermogen van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd voorzover zij niet opkomen uit effectenbezit;

  • c.

    schuldvorderingen op een in Nederland gevestigde vennootschap indien de gerechtigde tot de schuldvordering een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b, in de vennootschap heeft;

  • d.

    werkzaamheden die worden verricht als bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede leidende werkzaamheden en functies die worden verricht voor een zodanig lichaam, ook indien de bevoegdheid is beperkt tot buiten Nederland gelegen gedeelten van de onderneming van dat lichaam;

  • e.

    werkzaamheden die gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 30 dagen in, op of boven het Noordzeewinningsgebied worden verricht. Het Noordzeewinningsgebied bestaat uit de territoriale zee van Nederland alsmede het buiten de territoriale zee onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voorzover het Koninkrijk der Nederlanden daar op grond van het internationale recht rechten mag uitoefenen, en

  • f.

    werkzaamheden als bedoeld in onderdeel e, indien deze na een onderbreking worden voortgezet door het lichaam dat deze werkzaamheden heeft verricht, of onmiddellijk of na een onderbreking worden voortgezet door een met dat lichaam verbonden lichaam en de duur van deze werkzaamheden in een tijdvak van 12 maanden een periode van ten minste 30 dagen bedraagt. In dat geval wordt ieder van deze lichamen geacht te hebben voldaan aan de in dat onderdeel gestelde voorwaarde van 30 dagen.

Informatie geldend op 07-09-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Vennootschapsbelasting, dividendbelasting, diverse fiscale gevolgen van zetelverplaatsing van een naar Nederlands recht opgericht lichaam

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter
    tekst: tekst

  2. Vennootschapsbelasting, dividendbelasting, diverse fiscale gevolgen van zetelverplaatsing van een naar Nederlands recht opgericht lichaam
    tekst: tekst

  3. Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    artikel: 6a, 10a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2013

wijziging

20-12-2012

Stb. 2012, 668

33402

20-12-2012

Stb. 2012, 668

Inwtr. 1

01-01-2012

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 639

33003

22-12-2011

Stb. 2011, 639

Inwtr. 2

01-03-2005

t/m 01-01-2004

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 657

29678

16-12-2004

Stb. 2004, 657

01-01-2005

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 654

29758

16-12-2004

Stb. 2004, 654

Inwtr. 3

01-01-2004

wijziging

18-12-2003

Stb. 2003, 529

29034

18-12-2003

Stb. 2003, 529

01-01-2002

wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 641

28034

14-12-2001

Stb. 2001, 641

Inwtr. 4

31-10-2001

t/m 01-01-2001

wijziging

18-10-2001

Stb. 2001, 491

27746

18-10-2001

Stb. 2001, 491

Inwtr. 5

01-01-2001

nieuw

11-05-2000

Stb. 2000, 216

26728

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Opmerkingen

  • 1) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013.

  • 2) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012.

  • 3) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 4) De wijzigingen op de artikelen 9, eerste lid, 10, 10a, 13, derde lid, 13b en 13d, met betrekking tot het daarin opgenomen onderdeel d van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zijn voor het eerst van toepassing op leningen die zijn aangegaan na 31 december 2001. De wijzigingen op de artikelen 13, eerste lid en 13d, met betrekking tot het daarin opgenomen onderdeel c van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zijn voor het eerst van toepassing op vervreemdingen van deelnemingen na 31 december 2001. Artikel 22 vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2002. Artikel 28, onderdeel f en g vinden op verzoek van de belastingplichtige toepassing met ingang van 1januari 2001. Bij Stb. 2001/641 is in artikel VIIA een bepaling betreffende de toepassing gepubliceerd. Artikel 17a, onderdeel c, 18, eerste lid werken terug tot en met 1 januari 2001.

  • 5) Werkt terug tot en met 1 januari 2001.