Voor de waardering van pensioenverplichtingen bij een lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen d en e, van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dat artikel luidde op 31 december 2016, blijven de artikelen 8, zesde lid, en 31d, zoals die artikelen luidden op 31 december 2016, van toepassing.
Met betrekking tot een bij een lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dat artikel luidde op 31 december 2016, verzekerde aanspraak ingevolge een pensioenregeling of een regeling voor vervroegde uittreding, blijft artikel 23a, zoals dat artikel luidde op 31 december 2016, van toepassing.
Toepassing van artikel 38n, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 leidt niet tot:
een bij de bepaling van de winst in aanmerking te nemen voordeel;
een verhoging van het opgeofferde bedrag in de zin van artikel 13d.
In afwijking van het derde lid worden kosten en lasten die samenhangen met een aanspraak ingevolge een pensioenregeling als bedoeld in artikel 38n, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en die als gevolg van de toepassing van de artikelen 3.26, 3.27 en 3.28 van de Wet inkomstenbelasting 2001 nog niet bij de bepaling van de winst in aanmerking zijn genomen:
op het tijdstip waarop ter zake van die aanspraak artikel 38n, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de loonbelasting 1964 is toegepast bij de bepaling van de winst in aanmerking genomen;
na het tijdstip waarop ter zake van die aanspraak artikel 38n, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 is toegepast in gelijke jaarlijkse delen bij de bepaling van de winst in aanmerking genomen, waarbij het aantal jaarlijkse delen wordt gesteld op het aantal gehele jaren dat de werknemer of gewezen werknemer op dat tijdstip was verwijderd van de leeftijd van 87 jaar.
De eerste volzin is uitsluitend van toepassing indien in een aangifte die uiterlijk op 20 september 2016 is gedaan reeds een transitorische actiefpost is opgenomen ter zake van de kosten en lasten die op dat moment als gevolg van de toepassing van de artikelen 3.26, 3.27 en 3.28 van de Wet inkomstenbelasting 2001 nog niet bij de bepaling van de winst in aanmerking zijn genomen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(07-09-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2020 |
wijziging |
08-03-2017 |
Stb. 2017, 115
|
08-03-2017 |
||||
nieuw |
08-03-2017 |
Stb. 2017, 115
|
08-03-2017 |
Stb. 2017, 115
|