Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 1:128

  • 1

    Indien een financiële onderneming in verband met de stabiliteit van het financiële stelsel steun geniet of heeft genoten in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of elke andere openbare financiële steun op supranationaal niveau die als hij op nationaal niveau werd verstrekt, staatssteun zou vormen, worden de door die onderneming aan personen die haar dagelijks beleid bepalen en aan personen die een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de dagelijks beleidsbepalers en verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden over de periode, waarin steun wordt of is genoten, toe te kennen of uit te keren beloningen, alsmede de door die onderneming aan personen die haar dagelijks beleid bepalen en aan personen die een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de dagelijks beleidsbepalers en verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden over de periode, voorafgaande aan de steunverlening, toe te kennen of uit te keren beloningen, voor zover die beloningen op het tijdstip dat de steunverlening aanving nog niet waren toegekend of uitgekeerd, van rechtswege:

    • a.

      op een waarde van € 0 gesteld, voor zover het betreft variabele beloningen; en

    • b.

      op de waarde gesteld die zij hadden op het moment, onmiddellijk voorafgaand aan het van kracht worden van de steunmaatregel, voor zover het betreft vaste beloningen.

  • 2

    Een financiële onderneming kent geen beloningen toe en keert geen beloningen uit in strijd met het eerste lid.

  • 3

    Het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming, ziet toe op de naleving van het tweede lid.

  • 4

    Indien de steun is verleend aan een groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een tot zodanige groep behorende rechtspersoon of vennootschap, wordt de aan het hoofd van die groep staande groepsmaatschappij voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid aangemerkt als de in die leden bedoelde financiële onderneming en gelden die leden tevens voor de tot die groep behorende banken en verzekeraars met zetel in Nederland.

  • 5

    Indien de aan het hoofd van een groep als bedoeld in het vierde lid staande groepsmaatschappij haar zetel buiten Nederland heeft, wordt in afwijking van het vierde lid de binnen de groep hiërarchisch hoogste groepsmaatschappij met zetel in Nederland aangemerkt als de in het eerste tot en met derde lid bedoelde financiële onderneming.

Informatie geldend op 10-09-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit bestuurlijke boetes financiële sector
    artikel: 10

  2. Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2021
    bijlage: bij de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2021

  3. Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen
    artikel: II

  4. Wet op het financieel toezicht
    artikel: 1:116, 1:129
    bijlage: bij artikel 1:79 Wet op het financieel toezicht

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-09-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

06-09-2024

wijziging

17-07-2024

Stb. 2024, 241

36442

24-08-2024

Stb. 2024, 246

07-02-2015

nieuw

28-01-2015
samen met
17-12-2014

Stb. 2015, 45
samen met
Stb. 2014, 578

33964
samen met
34002

28-01-2015

Stb. 2015, 46

Alg. 1

Opmerkingen

  • 1) Artikel II van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.