Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3:277

  • 1

    Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing op Nederlandse banken en op beleggingsondernemingen onder de verordening kapitaalvereisten, indien zij een moederonderneming hebben die een niet-Europese bank of een niet-Europese beleggingsonderneming is, of die een financiële holding of gemengde financiële holding is met zetel in een staat die geen lidstaat is, en indien:

    • a.

      die banken of beleggingsondernemingen niet reeds zijn onderworpen aan toezicht dat gelijkwaardig is aan het toezicht op geconsolideerde basis, bedoeld in titel VII, hoofdstuk 3, van de richtlijn kapitaalvereisten; en

    • b.

      De Nederlandsche Bank op basis van een overeenkomstige toepassing van artikel 3:275 verantwoordelijk zou zijn voor het toezicht op geconsolideerde basis op die beleggingsondernemingen of banken.

  • 2

    Indien twee of meer beleggingsondernemingen waaraan een vergunning is verleend uit hoofde van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014, niet zijnde beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 1, tweede of vijfde lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, een moederonderneming hebben met zetel in een staat die geen lidstaat is, beoordeelt de Nederlandsche Bank of deze beleggingsondernemingen zijn onderworpen aan toezicht dat gelijkwaardig is aan het toezicht op geconsolideerde basis, bedoeld in titel IV, hoofdstuk 3 van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen en deel één van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, indien de Autoriteit Financiële Markten aan ten minste één van deze beleggingsondernemingen een vergunning heeft verleend als bedoeld in artikel 2:96.

  • 3

    Indien uit de in het tweede lid bedoelde beoordeling blijkt dat geen sprake is van toezicht dat gelijkwaardig is, kan de Nederlandsche Bank, indien zij op basis van een overeenkomstige toepassing van artikel 3:275 verantwoordelijk zou zijn voor het toezicht op geconsolideerde basis op de beleggingsondernemingen, vereisen dat een beleggingsholding of gemengde financiële holding wordt opgericht met zetel in een lidstaat, met het oog op de naleving van artikel 7 en 8 van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen.

Informatie geldend op 10-09-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wet op het financieel toezicht
    artikel: 1:48c

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-09-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

09-10-2013

Stb. 2013, 408

33575

Alg. 1

19-10-2021

wijziging

29-09-2021

Stb. 2021, 463

35783

12-10-2021

Stb. 2021, 478

01-08-2014

wijziging

25-06-2014

Stb. 2014, 253

33849

15-07-2014

Stb. 2014, 304

01-01-2014

wijziging

25-11-2013

Stb. 2013, 487

33632

11-12-2013

Stb. 2013, 552

wijziging

09-10-2013

Stb. 2013, 408

33575

11-12-2013

Stb. 2013, 552

01-01-2012

t/m 30-04-2011

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 670

32826

22-12-2011

Stb. 2011, 671

01-01-2007

nieuwe-regeling

28-09-2006

Stb. 2006, 475

29708

11-12-2006

Stb. 2006, 664

wijziging

20-11-2006

Stb. 2006, 613

30672

11-12-2006

Stb. 2006, 664

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.