Onze Minister gebruikt het burgerservicenummer of onderwijsnummer van een student of debiteur ter zake van de uitvoering van deze wet slechts:
in contacten met die student of debiteur,
in contacten met personen en instanties voorzover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie,
teneinde de gegevens van die student of debiteur te vergelijken met de gegevens die over hem zijn opgenomen in het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers, voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet, en
in contacten met de toezichthouders, bedoeld in artikel 9.1a.
Het burgerservicenummer of onderwijsnummer van de partner of ouder van een student of debiteur kan ter zake van de uitvoering van deze wet slechts worden gebruikt in contacten met die partner of ouder of met de desbetreffende student of debiteur, alsmede, voorzover het betreft de controle op de rechtmatigheid, in contacten met personen en instanties voorzover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet studiefinanciering 2000
artikel: 9.6a, 3.23, 12.15
(06-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
wijziging |
01-07-2020 |
08-07-2020 |
||||||
wijziging |
20-02-2019 |
05-06-2020 |
||||||
wijziging |
17-11-2011 |
17-11-2011 |
||||||
wijziging |
15-10-2009 |
11-11-2009 |
||||||
wijziging |
05-02-2009 |
10-03-2009 |
||||||
nieuw |
06-12-2001 |
25-01-2002 |