Een student in de laatste fase van diens opleiding die in verband met de uitbraak van COVID-19 studievertraging heeft opgelopen, komt in aanmerking voor een tegemoetkoming, niet zijnde studiefinanciering in de zin van artikel 3.1.
Bij ministeriële regeling wordt in ieder geval vastgesteld:
wat wordt verstaan onder laatste fase als bedoeld in het eerste lid;
welke opleidingen aanspraak geven;
wat wordt verstaan onder studievertraging in verband met de uitbraak van COVID-19 als bedoeld in het eerste lid;
in welke gevallen de tegemoetkoming op aanvraag dan wel ambtshalve wordt toegekend; en
welke gegevens bij een aanvraag worden verstrekt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(06-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
vervallen |
08-07-2020 |
|||||||
nieuw |
08-07-2020 |
08-07-2020 |
||||||
vervallen |
12-02-2020 |
16-03-2020 |
||||||
wijziging |
21-01-2015 |
30-01-2015 |
||||||
wijziging |
29-06-2000 |
29-06-2000 |
Opmerkingen
1) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2015.