In afwijking van artikel 2.3, eerste en derde lid, kan een mbo-student voor levenlanglerenkrediet in aanmerking komen die 30 jaren of ouder is maar nog niet de maximumleeftijd heeft bereikt.
In afwijking van artikel 2.3, tweede en derde lid, kan een ho-student voor levenlanglerenkrediet in aanmerking komen die nog niet de maximumleeftijd heeft bereikt.
In afwijking van het eerste en tweede lid behoudt een student bij het bereiken van de maximumleeftijd zijn aanspraak, zolang hij zonder onderbreking levenlanglerenkrediet geniet.
De maximumleeftijd bedraagt 56 jaar.
De maximumleeftijd wordt telkens verhoogd met een volledig jaar met ingang van het studiejaar dat aanvangt in hetzelfde jaar als waarin de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene ouderdomswet, cumulatief met een volledig jaar is verhoogd.
De verhoogde maximumleeftijd wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant en vervangt de maximumleeftijd, bedoeld in het vierde lid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet studiefinanciering 2000
artikel: 2.1
(06-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
t/m 01-08-2020 |
wijziging |
07-04-2021 |
07-04-2021 |
|||||
wijziging |
01-07-2020 |
08-07-2020 |
||||||
nieuw |
21-01-2015 |
30-01-2015 |
Opmerkingen
1) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2017.