Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.3 Samenstelling maandbudget ho-student

  • 1

    Het budget voor een ho-student voor een kalendermaand is het totaal van:

    • a.

      een normbedrag voor de kosten van levensonderhoud;

    • b.

      het collegegeldkrediet; en

    • c.

      een reisvoorziening.

  • 2

    Dit budget kan worden verhoogd met een toeslag voor een eenoudergezin ingevolge artikel 3.5.

  • 3

    In afwijking van het eerste lid bestaat het budget voor een ho-student die in aanmerking komt voor levenlanglerenkrediet alleen uit dat krediet.

  • 4

    De bedragen zijn opgenomen in artikel 3.18.

Informatie geldend op 06-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit studiefinanciering 2000

  2. Wet studiefinanciering 2000
    artikel: 5.2

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(06-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-08-2020

wijziging

01-07-2020

Stb. 2020, 234

35252

08-07-2020

Stb. 2020, 276

01-09-2017

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

30-01-2015

Stb. 2015, 51

Inwtr. 1

01-01-2016

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

30-01-2015

Stb. 2015, 51

01-09-2015

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

30-01-2015

Stb. 2015, 51

Inwtr. 2

01-09-2007

wijziging

24-05-2007

Stb. 2007, 200

30933

24-05-2007

Stb. 2007, 201

01-01-2006

vervallen

06-10-2005

Stb. 2005, 525

30124

09-12-2005

Stb. 2005, 649

01-09-2000

wijziging

29-06-2000

Stb. 2000, 286

26873

29-06-2000

Stb. 2000, 286

Opmerkingen

  • 1) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2017.

  • 2) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2015.