Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.27 Beëindiging reisrecht

  • 1

    De persoon die een reisrecht toegekend heeft gekregen is verplicht er zorg voor te dragen dat het reisproduct is stopgezet op uiterlijk de tiende kalenderdag van de maand waarin:

    • a.

      zijn aanspraak op reisrecht is beëindigd; of

    • b.

      zijn reisproduct op grond van artikel 3.7, tweede of vierde lid, is vervangen door een reisvoorziening in de vorm van geld.

  • 2

    Indien het reisproduct niet is stopgezet na de termijn, genoemd in het eerste lid, aanhef, en er gebruik van is gemaakt, is degene aan wie het reisrecht is toegekend aan Onze Minister per halve kalendermaand een bedrag verschuldigd van, naar de maatstaf van 1 januari 2019:

    • a.

      € 75,00 [per 1 januari 2022: € 79,28] voor zover het de eerste en de tweede halve kalendermaand betreft; en

    • b.

      € 150,00 [per 1 januari 2022: € 158,57] voor zover het de derde en daaropvolgende halve kalendermaanden betreft.

  • 3

    De eerste helft van een kalendermaand loopt tot en met de vijftiende dag van die maand.

  • 4

    De opbouw van de bedragen, genoemd in het tweede lid, vangt aan op het moment dat sprake is van één van de situaties genoemd in het eerste lid, onderdelen a en b, waarbij voor de eerste halve kalendermaand waarin € 75,00 verschuldigd is uitsluitend wordt gekeken naar het gebruik van het reisproduct tijdens de elfde tot en met de vijftiende dag van die maand.

  • 5

    Er is geen bedrag verschuldigd over de halve kalendermaanden waarin geen gebruik gemaakt is van het reisproduct.

  • 6

    Indien een student na het beëindigen van zijn aanspraak op het reisrecht opnieuw een reisrecht toegekend heeft gekregen, is na het beëindigen van het laatst toegekende reisrecht wederom sprake van een eerste halve kalendermaand, als bedoeld in het tweede lid, onder a.

  • 7

    Het tweede lid is niet van toepassing op een periode waarin het degene aan wie het reisrecht is toegekend, aantoonbaar niet kan worden toegerekend dat het reisproduct niet tijdig is stopgezet.

  • 8

    Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze van beëindigen van het reisrecht, en kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop en het tijdstip waarvoor de niet-toerekenbaarheid, bedoeld in het zevende lid, moet worden aangetoond.

Informatie geldend op 06-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling studiefinanciering 2000

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit studiefinanciering 2000
    artikel: 17

  2. Regeling normen WSF 2000, WTOS en WSF BES
    artikel: 7a

  3. Regeling studiefinanciering 2000

  4. Tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak van COVID-19
    artikel: 14c

  5. Wet studiefinanciering 2000
    artikel: 3.23, 3.29, 4.8, 5.3, 6.17, 7.4, 9.6, 11.1, 12.27

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(06-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

wijziging

17-11-2021

Stcrt. 2021, 47725

17-11-2021

Stcrt. 2021, 47725

01-01-2021

wijziging

19-11-2020

Stcrt. 2020, 62001

19-11-2020

Stcrt. 2020, 62001

01-08-2020

wijziging

01-07-2020

Stb. 2020, 234

35252

08-07-2020

Stb. 2020, 276

01-04-2020

wijziging

12-02-2020

Stb. 2020, 76

35320

16-03-2020

Stb. 2020, 98

01-01-2019

wijziging

17-10-2018
samen met
17-10-2018

Stb. 2018, 378
samen met
Stb. 2018, 379

34331
samen met
34968

12-11-2018

Stb. 2018, 423

01-09-2015

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

30-01-2015

Stb. 2015, 51

Inwtr. 1

04-07-2013

wijziging

07-02-2013

Stb. 2013, 88

33336

29-05-2013

Stb. 2013, 276

01-09-2012

wijziging

12-07-2012

Stb. 2012, 368

33145

21-08-2012

Stb. 2012, 376

Alg. 2

01-01-2010

wijziging

19-11-2009

Stb. 2009, 529

31981

14-12-2009

Stb. 2009, 579

22-10-2008

wijziging

11-09-2008

Stb. 2008, 387

31400

01-10-2008

Stb. 2008, 409

01-01-2002

wijziging

29-06-2000

Stb. 2000, 286

26873

29-06-2000

Stb. 2000, 286

01-09-2000

wijziging

29-06-2000

Stb. 2000, 286

26873

29-06-2000

Stb. 2000, 286

Opmerkingen

  • 1) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2015.

  • 2) Abusievelijk is op het eerste lid, onderdeel b, een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.