Indien een instelling als bedoeld in artikel 2.4, onderdeel b, op enig moment in een studiejaar niet een administratie als bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, voert of niet na afloop van de in de artikelen 4.3, 4.4 en 4.5 bedoelde periodes van onafgebroken afwezigheid zonder geldige reden aan Onze Minister de vereiste gegevens verstrekt, ontstaat er een vordering van Onze Minister op de instelling ter grootte van 15% van het bedrag van als gift vastgestelde studiefinanciering dat aan de mbo-studenten aan die instelling in het studiejaar waarin deze in gebreke was, is toegekend.
(06-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
01-07-2020 |
08-07-2020 |
||||||
wijziging |
17-11-2011 |
17-11-2011 |
||||||
wijziging |
15-10-2009 |
11-11-2009 |
||||||
wijziging |
29-06-2000 |
29-06-2000 |