Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 13

  • 1

    Indien burgemeester en wethouders en de vervreemder in onderhandeling zijn getreden ter bepaling van de vervreemdingsvoorwaarden en gehandeld is overeenkomstig de artikelen 11 en 12, eerste lid, kan de vervreemder aan burgemeester en wethouders verzoeken om binnen vier weken de rechter te verzoeken een oordeel over de prijs te geven.

  • 2

    Bij hun verzoekschrift overleggen burgemeester en wethouders een gewaarmerkt afschrift van het verzoek van de vervreemder.

  • 3

    Bij overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn of indien burgemeester en wethouders schriftelijk weigeren een verzoekschrift in te dienen, is artikel 12, derde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    De rechtbank benoemt een of meer deskundigen die zo spoedig mogelijk aan de rechtbank advies over de prijs uitbrengen. Bij het ten behoeve van het advies uit te voeren onderzoek wordt onder meer de ligging en de gesteldheid van de desbetreffende onroerende zaak betrokken. De rechtbank oordeelt met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet.

  • 5

    De rechtbank doet binnen zes maanden na ontvangst van het verzoekschrift bij beschikking uitspraak. Van de beschikking van de rechtbank staat uitsluitend beroep in cassatie open.

  • 6

    De kosten van de rechterlijke procedure, het deskundigenadvies alsmede de redelijkerwijs door de vervreemder voor rechtsbijstand en andere deskundige bijstand gemaakte kosten komen ten laste van de gemeente. Indien de rechter daartoe termen vindt in de omstandigheden van het geval, is deze bevoegd de kosten geheel of gedeeltelijk te compenseren.

  • 7

    Indien door schriftelijke intrekking van het verzoek door burgemeester en wethouders de procedure tussentijds wordt beëindigd, heeft de vervreemder gedurende drie jaar na de intrekking de vrijheid tot vervreemding aan derden voorzover het betreft het in zijn opgave vermelde goed. De rechter beslist dan bij beschikking over de kosten, bedoeld in het zesde lid.

Informatie geldend op 17-10-2017

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit voorkeursrecht gemeenten 2010
    artikel: 6, 7

  2. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 381

  3. Wet agrarisch grondverkeer
    artikel: 37

  4. Wet voorkeursrecht gemeenten
    artikel: 9a, 9b, 2, 6, 14, 15, 25

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-10-2017)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 290

34212

Alg. 1

01-07-2010

wijziging

18-03-2010

Stb. 2010, 155

31285

24-06-2010

Stb. 2010, 248

Alg. 2

01-01-1994

wijziging

04-06-1992

Stb. 1992, 422

22061

23-12-1993

Stb. 1993, 693

01-02-1990

vervallen

13-12-1989

Stb. 1989, 566

20582

13-12-1989

Stb. 1989, 566

nieuw

13-12-1989

Stb. 1989, 566

20582

13-12-1989

Stb. 1989, 566

01-01-1985

nieuwe-regeling

22-04-1981

Stb. 1981, 236

13713

27-11-1984

Stb. 1984, 619

Opmerkingen

  • 1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Artikel IV, derde lid, van Stb. 2010/155 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.