Een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 3 of artikel 9a in samenhang met artikel 3 vervalt van rechtswege tien jaar na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan onderscheidenlijk inpassingsplan.
Een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 4, vervalt van rechtswege drie jaar na dagtekening van dat besluit, tenzij voordien een bestemmingsplan of inpassingsplan is vastgesteld.
Een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 5 vervalt van rechtswege drie jaar na dagtekening, tenzij voor dat tijdstip een structuurvisie, bestemmingsplan of inpassingsplan is vastgesteld.
Indien artikel 8, derde lid, van toepassing is, vervalt het besluit tot aanwijzing, bedoeld in artikel 3, van rechtswege na afloop van de in het derde lid van artikel 8 genoemde termijn, tenzij voor dat tijdstip voor de in de aanwijzing begrepen gronden een bestemmingsplan of inpassingsplan is vastgesteld, dat voldoet aan de in artikel 3, eerste lid, gestelde eisen. In dat geval vervalt het besluit tot aanwijzing van rechtswege tien jaar na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan onderscheidenlijk inpassingsplan.
Een mededeling van het van rechtswege vervallen van een besluit tot aanwijzing wordt gevoegd bij de ingevolge artikel 7, eerste lid, ter inzage gelegde stukken en in kopie gezonden naar de desbetreffende eigenaren en beperkt gerechtigden.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening
artikel: 9.4.1, 9.4.2, 9.4.4
Wet voorkeursrecht gemeenten
artikel: 9a, 25
(17-10-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
23-03-2012 |
wijziging |
22-02-2012 |
22-02-2012 |
|||||
wijziging |
25-03-2010 |
Stb. 2010, 142
|
10-06-2010 |
|||||
wijziging |
18-03-2010 |
24-06-2010 |
||||||
t/m 01-07-2008 |
wijziging |
18-03-2010 |
18-03-2010 |
|||||
wijziging |
18-03-2010 |
18-03-2010 |
Stb. 2010, 135
|
|||||
wijziging |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
||||||
wijziging |
04-07-1996 |
04-07-1996 |
||||||
nieuwe-regeling |
22-04-1981 |
Stb. 1981, 236 |
27-11-1984 |
Stb. 1984, 619 |
Opmerkingen
1) Abusievelijk is op het zesde lid een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.Abusievelijk is voor het vierde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.Abusievelijk geeft het Staatsblad een wijzigingsopdracht voor het vierde lid in plaats van het derde lid.
2) Artikel IV, derde lid, van Stb. 2010/155 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
3) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2010/135 gesteld op 1 januari 2010.
4) De artikelen 9.4.1, 9.4.2 en 9.4.4 van Stb. 2008/180 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.