De kapitein van een schip dat een haven aandoet waar overwegend gelegenheid wordt geboden voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van zeegaande pleziervaartuigen en die niet is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, geeft voor vertrek van het schip al het scheepsafval af bij de daartoe bestemde voorziening.
In afwijking van het eerste lid kan de kapitein van afgifte afzien, indien aan boord van het schip voldoende afzonderlijke opslagcapaciteit beschikbaar is voor al het scheepsafval dat reeds aan boord is en nog tijdens de voorgenomen reis van het schip zal ontstaan.
Dit artikel is ook van toepassing op buitenlandse schepen en schepen als bedoeld in artikel 2 van de Vaartuigenwet 1930 BES.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Regeling havenstaatcontrole 2011
artikel: 19
Wet op de economische delicten
artikel: 1a
Wet voorkoming verontreiniging door schepen
artikel: 20, 37
(30-09-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
17-05-2010 |
30-09-2010 |
||||||
nieuw |
06-07-2004 |
27-09-2004 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking om 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.