Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 25 Reïntegratieverplichtingen en verplichte loondoorbetaling werkgever

  • 1

    De werkgever jegens wie de verzekerde, bij ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, recht heeft op loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel aanspraak heeft op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet houdt aantekening van het verloop van de ziekte en de reïntegratie van de verzekerde.

  • 2

    De werkgever, bedoeld in het eerste lid, stelt binnen een bij ministeriële regeling nader te bepalen termijn, in overeenstemming met de verzekerde een plan van aanpak op. De afspraken die in het plan van aanpak zijn gemaakt worden door werkgever en verzekerde nageleefd. Het plan van aanpak wordt periodiek geëvalueerd.

  • 3

    Uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van de wachttijd stelt de werkgever, bedoeld in het eerste lid, in overleg met de verzekerde een reïntegratieverslag op en verstrekt hiervan een afschrift aan de verzekerde.

  • 4

    Indien artikel 24, eerste lid, toepassing heeft gevonden:

    • a.

      stelt de werkgever in overleg met de verzekerde, indien hij nog geen reïntegratieverslag heeft opgesteld, in afwijking van het derde lid, het reïntegratieverslag uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van het door het UWV vastgestelde verlengde tijdvak, bedoeld in artikel 24, eerste lid, op en verstrekt een afschrift daarvan aan de verzekerde;

    • b.

      vult de werkgever in overleg met de verzekerde, indien hij al een reïntegratieverslag heeft opgesteld dit reïntegratieverslag uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van het door het UWV vastgestelde verlengde tijdvak, bedoeld in artikel 24, eerste lid, aan en verstrekt een afschrift daarvan aan de verzekerde, tenzij de verzekerde verzoekt dit, in verband met het doen van een aanvraag als bedoeld in artikel 64 eerder te doen. De werkgever komt binnen twee weken aan dit verzoek tegemoet.

  • 5

    Bij de uitvoering van het eerste tot en met het vierde lid laat de werkgever zich bijstaan door een persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de bijstand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet of door een arbodienst.

  • 6

    De verzekerde verleent zijn medewerking bij het opstellen van het plan van aanpak en het opstellen van het reïntegratieverslag.

  • 7

    Bij ministeriële regeling kunnen regels met betrekking tot het eerste tot en met zesde lid worden gesteld.

  • 8

    Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 64 blijkt dat de werkgever zijn verplichting om een reïntegratieverslag op te stellen niet of niet volledig is nagekomen, stelt het UWV aan de werkgever een termijn waarbinnen het reïntegratieverslag wordt verstrekt of aangevuld.

  • 9

    Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 64 en de beoordeling, bedoeld in artikel 65 blijkt dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen op grond van het eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid dan wel de krachtens het zevende lid gestelde regels niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, verlengt het UWV het tijdvak gedurende welke de verzekerde jegens die werkgever recht heeft op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel aanspraak op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet, opdat de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen kan herstellen. De verlenging bedoeld in de eerste zin, is ten hoogste 52 weken. Indien op het moment van verlenging van het tijdvak, bedoeld in de eerste zin, recht bestaat op verlof op grond van artikel 3:1, van de Wet arbeid en zorg, vangt het verlengde tijdvak aan met ingang van de dag waarop dat verlof eindigt. Indien tijdens het verlengde tijdvak, bedoeld in de eerste zin, recht ontstaat op verlof als bedoeld in de derde zin, wordt het tijdvak onderbroken voor de duur van dat verlof.

  • 10

    Het UWV geeft de beschikking omtrent de toepassing van het negende lid uiterlijk zes weken voor de afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 23, of indien toepassing is gegeven aan artikel 24 voor de afloop van het verlengde tijdvak, indien de aanvraag, bedoeld in artikel 64, tijdig is gedaan. Indien de aanvraag, bedoeld in artikel 64, niet tijdig is gedaan, wordt de in de vorige zin bedoelde beschikking uiterlijk zes weken voor de afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 629 lid 11, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, gegeven dan wel van het tijdvak, bedoeld in artikel 76a, zesde lid, onderdeel a, van de Ziektewet.

  • 11

    Verlenging van het tijdvak als bedoeld in het negende lid vindt niet plaats indien het UWV de beschikking omtrent de toepassing van het negende lid niet geeft voor de afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 23, of indien toepassing is gegeven aan artikel 24 van deze wet dan wel aan het artikel 629 lid 11, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of artikel 76a, zesde lid, onderdeel a, van de Ziektewet, voor afloop van het verlengde tijdvak.

  • 12

    Indien de werkgever na toepassing van het negende lid van mening is dat hij zijn tekortkoming ten aanzien van de in het negende lid bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen heeft hersteld, meldt hij dit aan het UWV, waarbij hij aantoont dat hij de tekortkoming heeft hersteld.

  • 13

    Het UWV geeft de beschikking waarin wordt vastgesteld of de tekortkoming, bedoeld in het negende lid, is hersteld binnen drie weken na de ontvangst van de melding, bedoeld in het twaalfde lid.

  • 14

    Het tijdvak, bedoeld in het negende lid, eindigt zes weken nadat het UWV heeft vastgesteld dat de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de in het negende lid bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen heeft hersteld, maar niet later dan na 52 weken. Indien het UWV de beschikking omtrent de toepassing van het negende lid, de beschikking waarin wordt vastgesteld dat een tekortkoming is hersteld of de beschikking waarin wordt vastgesteld dat een tekortkoming niet is hersteld, te laat geeft, eindigt het tijdvak zoveel eerder als de beschikking later is afgegeven.

  • 15

    Indien het UWV heeft vastgesteld dat de tekortkoming, bedoeld in het negende lid, is hersteld, geeft het UWV binnen zes weken een beschikking over het ontstaan van het recht op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 6 en 7.

  • 16

    Bij ministeriële regeling kunnen voor de toepassing van het negende tot en met het vijftiende lid nadere regels worden gesteld.

Informatie geldend op 01-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemeen Rijksambtenarenreglement
    artikel: 40a, 40b

  2. Arbeidsomstandighedenwet
    artikel: 14

  3. Beleidsregel maatregelen UWV
    artikel: 8

  4. Beleidsregels beoordelingskader poortwachter
    bijlage: bijlage

  5. Beleidsregels toepassing artikelen 24 en 27 WW 2006
    bijlage: bijlage

  6. Besluit algemene rechtspositie politie
    artikel: 49b, 20

  7. Besluit bezoldiging politie
    artikel: 38, 44

  8. Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren
    artikel: 24a, 35e, 35b, 23

  9. Besluit SUWI
    artikel: 5.18a

  10. Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken
    artikel: 2

  11. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 658a, 629, 670

  12. Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten
    artikel: 2, 7

  13. Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever
    artikel: 3, 7

  14. Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar
    artikel: 1, 3, 6

  15. Regeling procesgang vangnetters gemeentelijke doelgroep Participatiewet
    artikel: 4, 8

  16. Reïntegratiebesluit
    artikel: 9

  17. Werkloosheidswet
    artikel: 24

  18. Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
    artikel: 2.1

  19. Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
    artikel: 46i, 46ka

  20. Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
    artikel: 30a

  21. Wet tegemoetkomingen loondomein
    artikel: 2.6

  22. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
    artikel: 123b, 26, 28, 42, 64, 65, 88, 102

  23. Wijzigingsbesluit Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, enz. (formalisering Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Rechterlijke Macht 1/1/2005–31/7/2007 en Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rechterlijke macht 1/8/2007 tot 31/12/2010)
    artikel: XI

  24. Wijzigingswet Ziektewet, enz. (meldingsproces werknemer bij ongeschiktheid verrichten van arbeid en sanctie werkgever bij niet naleving verplichtingen)
    artikel: VII

  25. Ziektewet
    artikel: 39a, 76b, 76e, 76a, 29b

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2017

wijziging

14-11-2016

Stb. 2016, 471

34528

26-11-2016

Stb. 2016, 472

01-07-2013

wijziging

19-06-2013

Stb. 2013, 236

33556

14-06-2013

Stb. 2013, 261

01-01-2012

wijziging

01-12-2011

Stb. 2011, 618

33015

12-12-2011

Stb. 2011, 619

01-01-2011

wijziging

16-12-2010

Stb. 2010, 838

32520

23-12-2010

Stb. 2010, 839

01-11-2008

wijziging

11-09-2008

Stb. 2008, 414

31357

08-10-2008

Stb. 2008, 415

Alg. 1

01-01-2008

wijziging

29-11-2007

Stb. 2007, 551

31229

14-12-2007

Stb. 2007, 552

01-01-2007

wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 703

30682

15-12-2006

Stb. 2006, 704

Alg. 2

wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 673

30552

11-12-2006

Stb. 2006, 675

29-12-2005

wijziging

10-11-2005

Stb. 2005, 572

30034

02-12-2005

Stb. 2005, 619

wijziging

22-12-2005

Stb. 2005, 710

30318

22-12-2005

Stb. 2005, 711

wijziging

10-11-2005

Stb. 2005, 573

30118

02-12-2005

Stb. 2005, 619

09-12-2005

nieuwe-regeling

10-11-2005

Stb. 2005, 572

30034

02-12-2005

Stb. 2005, 619

Opmerkingen

  • 1) Artikel VII, tweede lid, van Stb. 2008/414 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Abusievelijk is op het veertiende lid een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.