Onze Minister van Financiën kan in gevallen, waarin een exploitant van een onder Nederlandse vlag varend nucleair schip aansprakelijk is, aan de betrokkenen de nodige voorschotten verlenen.
Onze Minister van Financiën bepaalt de grootte van de voorschotten, rekening houdende met de aard en omvang van de geleden kernschade, met de uitkering, waarop de betrokkene vermoedelijk aanspraak zal kunnen maken, en met diens persoonlijke omstandigheden.
Een genoten voorschot komt in mindering van het door de exploitant aan de betrokkene verschuldigde bedrag van de vergoeding.
In afwijking van het bepaalde in artikel 21, derde en vierde lid, kan Onze Minister van Financiën gedurende de tijd, dat het verbod van betaling van kracht is, van de verzekeraars en andere personen, die financiële zekerheid, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, hebben gesteld, vorderen, dat zij, naar gelang bedragen van geleden kernschade zijn erkend of toegewezen, de in artikel 5, eerste lid, bedoelde middelen aan hem uitkeren tot ten hoogste het bedrag van de door hem verleende voorschotten.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(18-08-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
24-10-1973 |
Stb. 1973, 536 |
24-10-1973 |
Stb. 1973, 536 |