In de zaken die ingevolge het bij of krachtens Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde met een verzoek worden ingeleid, is, tenzij anders is bepaald, bevoegd de rechter van de woonplaats van de rechtspersoon. Nadat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan blijft deze rechter bevoegd in zaken betreffende de vereffening, de benoeming van bewaarders van boeken en bescheiden en het verlenen van machtiging tot inzage in boeken en bescheiden.
Het verzoekschrift vermeldt, onverminderd het in artikel 278 bepaalde, de naam en de woonplaats van de rechtspersoon.
De rechter gelast in ieder geval de oproeping van de rechtspersoon.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 5
artikel: 147
(18-01-2022)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
13-07-2016 |
|||||||
|
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
|
wijziging |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
|
wijziging |
14-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
|
wijziging |
29-06-1994 |
Stb. 1994, 506 |
29-07-1994 |
Stb. 1994, 588 |
||||
|
wijziging |
12-12-1985 |
Stb. 1985, 656 |
01-01-1986 |
Stb. 1986, 3 |
||||
|
nieuw |
08-04-1976 |
Stb. 1976, 229 |
22-06-1976 |
Stb. 1976, 342 |
||||