Een afschrift van het oproepingsbericht of van het exploot van oproeping houdende de procesinleiding waarbij een vordering bij de rechtbank wordt ingesteld als bedoeld in de artikelen 336, 342 en 343 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt onverwijld door de eiser aan de vennootschap betekend.
Binnen twee weken na de betekening stelt de vennootschap de niet opgeroepen aandeelhouders schriftelijk in kennis van de inhoud van het oproepingsbericht.
Van ieder vonnis wordt een afschrift door de griffier behalve aan partijen tevens aan de vennootschap toegezonden. Een afschrift van het vonnis als bedoeld in artikel 340 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt onverwijld door de eiser aan de verweerders en de vennootschap betekend.
Tegen het vonnis is geen verzet van derden mogelijk als bedoeld in artikel 376 van dit wetboek.
(18-01-2022)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
|
wijziging |
18-06-2012 |
29-06-2012 |
||||||
|
nieuw |
10-11-1988 |
Stb. 1988, 516 |
10-11-1988 |
Stb. 1988, 516 |
||||
Opmerkingen
1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
2) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.Treedt eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.