Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 30a

  • 1

    De eiser of verzoeker stelt zijn vordering in of dient zijn verzoek in door middel van een procesinleiding.

  • 2

    De procedures waarin een vordering wordt ingesteld, worden in dit wetboek aangeduid als vorderingsprocedures. De procedures waarin een verzoek wordt ingediend, worden in dit wetboek aangeduid als verzoekprocedures.

  • 3

    De procesinleiding vermeldt ten minste:

    • a.

      de naam en in geval van een natuurlijke persoon tevens de voornamen van de eiser of verzoeker, de woonplaats van eiser en de door hem gekozen woonplaats in Nederland, respectievelijk de woonplaats of, bij gebreke daarvan, het werkelijk verblijf van de verzoeker,

    • b.

      de naam en woonplaats van de verweerder bij de vordering, dan wel de bij de verzoeker bekende namen en woonplaats van belanghebbenden,

    • c.

      de dag waarop in de vorderingsprocedure de verweerder ten laatste als verweerder kan verschijnen, welke dag ligt ten minste vier weken en uiterlijk zes maanden na de dag van indiening van de procesinleiding bij de rechter, dan wel in geval van toepassing van artikel 113, ten minste twee weken en uiterlijk zes maanden na de dag van betekening van de procesinleiding bij de verweerder,

    • d.

      de vordering of het verzoek en de gronden daarvan,

    • e.

      de naam en het kantooradres van de gemachtigde of de advocaat, indien die door de eiser of verzoeker wordt gesteld,

    • f.

      de door de verweerder tegen de vordering of de door de belanghebbende tegen het verzoek aangevoerde verweren en de gronden daarvoor,

    • g.

      de bewijsmiddelen waarover de eiser of verzoeker kan beschikken tot staving van de betwiste gronden van zijn vordering of verzoek, en de getuigen die hij daartoe kan doen horen, alsmede

    • h.

      de aanwijzing van de bevoegde rechter die van de zaak kennisneemt.

  • 4

    De procesinleiding wordt ondertekend. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, geschiedt ondertekening door de advocaat.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Onteigeningswet
    artikel: 53

  2. Regeling indexering bedragen in Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VII

  3. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VI

  4. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VII

  5. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 30i, 1018c, 1018d, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 120, 125, 146, 407, 1077

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35498

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-04-2021

wijziging

13-07-2016
samen met
13-07-2016

Stb. 2016, 288
samen met
Stb. 2016, 290

34059
samen met
34212

04-02-2021

Stb. 2021, 81

Inwtr. 1

01-09-2017

wijziging

13-07-2016
samen met
13-07-2016

Stb. 2016, 288
samen met
Stb. 2016, 290

34059
samen met
34212

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Inwtr. 2

01-03-2017

nieuw

13-07-2016
samen met
13-07-2016

Stb. 2016, 288
samen met
Stb. 2016, 290

34059
samen met
34212

25-01-2017

Stb. 2017, 16

Alg. 3

Inwtr. 4

Opmerkingen

  • 1) Treedt voor het eerste lid, tweede lid, tweede volzin, en derde lid, onderdelen a, b, e en h, uitsluitend in werking voor zover het betreft verzoekprocedures bij de Hoge Raad.

  • 2) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.

  • 3) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 4) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.