Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 30n

  • 1

    De rechter maakt van de mondelinge behandeling proces-verbaal op:

    • a.

      indien hij dit ambtshalve of op verzoek van een partij die daarbij belang heeft, bepaalt, of

    • b.

      op verzoek van de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad.

  • 2

    Het proces-verbaal bevat ten minste de namen van de rechter of de rechters die de zaak behandelt onderscheidenlijk behandelen, die van partijen en van hun vertegenwoordigers of gemachtigden die op de mondelinge behandeling zijn verschenen, en die van de getuigen, deskundigen en tolken die op de mondelinge behandeling zijn verschenen.

  • 3

    Het proces-verbaal houdt een zakelijke samenvatting in van het verhandelde ter zitting.

  • 4

    De rechter kan bepalen dat de verklaring van een partij, getuige of deskundige geheel in het proces-verbaal zal worden opgenomen. In dat geval wordt de verklaring onverwijld op schrift gesteld en aan de partij, getuige of deskundige voorgehouden. Deze mag daarin wijzigingen aanbrengen, die op schrift worden gesteld en aan de partij, getuige of deskundige worden voorgelezen. De verklaring wordt door de partij, getuige of deskundige ondertekend. Heeft ondertekening niet plaats, dan wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.

  • 5

    Het proces-verbaal wordt door de rechter ondertekend. Bij verhindering van de rechter wordt dit in het proces-verbaal vermeld.

  • 6

    De griffier stelt het proces-verbaal ter beschikking van partijen.

  • 7

    De rechter kan bepalen dat het proces-verbaal, bedoeld in het eerste en derde lid en in de artikelen 180, eerste lid, 198, vijfde lid, en 201, vierde lid, wordt vervangen door een door of namens hem gemaakte beeld- of geluidsopname. In dat geval kan de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad alsnog verzoeken om een schriftelijke weergave van het proces-verbaal.

  • 8

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van beeld- en geluidsopnamen.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit elektronisch procederen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit elektronisch procederen

  2. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 1019ib, 180, 198, 201

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35498

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Inwtr. 1

01-03-2017

nieuw

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

25-01-2017

Stb. 2017, 16

Alg. 2

Inwtr. 3

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.

  • 2) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.