Indien de Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000 (PbEU L 338) niet van toepassing is, wordt de rechtsmacht van de rechter met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigverklaring, alsmede nietigheid en geldigheid van het huwelijk uitsluitend bepaald overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van deze verordening.
Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigheid, nietigverklaring of geldigheid van huwelijken, dan heeft hij, voorzover de in het eerste lid genoemde verordening daarop niet van toepassing is en onverminderd artikel 1, tevens rechtsmacht tot het treffen van voorlopige en bewarende maatregelen voorzover die verband houden met echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigverklaring, alsmede nietigheid en geldigheid van huwelijken.
Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigheid, nietigverklaring of geldigheid van huwelijken, dan heeft hij, voorzover de in het eerste lid genoemde verordening daarop niet van toepassing is en onverminderd artikel 1, tevens rechtsmacht ter zake van daarmee verband houdende nevenvoorzieningen, met dien verstande
dat met betrekking tot de voorzieningen als bedoeld in artikel 827, eerste lid, onder d en e, de Nederlandse rechter uitsluitend rechtsmacht heeft als de woning in Nederland is gelegen, en
dat met betrekking tot verzoeken tot regeling van het gezag en het omgangsrecht de Nederlandse rechter zich onbevoegd verklaart indien hij zich, wegens de geringe verbondenheid van de zaak met de rechtssfeer van Nederland, niet in staat acht het belang van het kind naar behoren te beoordelen.
Met betrekking tot het geregistreerd partnerschap zijn het eerste tot en met het derde lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Nederlandse rechter steeds rechtsmacht heeft indien het geregistreerd partnerschap in Nederland is aangegaan.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(18-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
Aanhangig |
||||||||
wijziging |
16-02-2006 |
07-04-2006 |
||||||
wijziging |
18-04-2002 |
11-11-2002 |
||||||
wijziging |
16-08-2002 |
11-11-2002 |
||||||
nieuw |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
wijziging |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
vernummerd-wijziging |
14-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
wijziging |
25-06-1998 |
09-11-1998 |
||||||
wijziging |
17-12-1997 |
19-12-1997 |
||||||
wijziging |
26-01-1995 |
Stb. 1995, 71 |
12-09-1996 |
|||||
wijziging |
18-06-1987 |
Stb. 1987, 327 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
wijziging |
07-05-1986 |
Stb. 1986, 295 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
wijziging |
23-05-1990 |
Stb. 1990, 379 |
04-03-1991 |
Stb. 1991, 100 |
||||
wijziging |
02-04-1991 |
Stb. 1991, 199 |
17-04-1991 |
Stb. 1991, 200 |
||||
wijziging |
21-05-1981 |
Stb. 1981, 337 |
07-11-1985 |
Stb. 1985, 585 |
||||
wijziging |
03-07-1985 |
Stb. 1985, 384 |
02-08-1985 |
Stb. 1985, 450 |
||||
wijziging |
14-05-1980 |
Stb. 1980, 233 |
09-12-1982 |
Stb. 1982, 675 |
||||
wijziging |
07-05-1981 |
Stb. 1981, 330 |
07-05-1981 |
Stb. 1981, 330 |
||||
wijziging |
05-07-1972 |
Stb. 1972, 391 |
07-07-1972 |
Stb. 1972, 392 |
||||
wijziging |
03-05-1971 |
Stb. 1971, 287 |
01-06-1971 |
Stb. 1971, 363 |
||||
wijziging |
03-04-1967 |
Stb. 1969, 167 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
14-06-1956 |
Stb. 1956, 343 |
13-07-1956 |
Stb. 1956, 413 |
||||
wijziging |
18-03-1953 |
Stb. 1953, 122 |
18-03-1953 |
Stb. 1953, 122 |
||||
wijziging |
10-07-1947 |
Stb. 1947, H 232 |
24-07-1948 |
Stb. 1948, I 343 |
||||
wijziging |
02-07-1934 |
Stb. 1934, 347 |
02-07-1934 |
Stb. 1934, 347 |
||||
wijziging |
13-05-1927 |
Stb. 1927, 155 |
13-05-1927 |
Stb. 1927, 155 |
||||
wijziging |
13-07-1907 |
Stb. 1907, 193 |
21-10-1908 |
Stb. 1908, 324 |
||||
wijziging |
07-07-1896 |
Stb. 1896, 103 |
31-07-1896 |
Stb. 1896, 146 |
||||
wijziging |
22-06-1893 |
Stb. 1893, 93 |
22-06-1893 |
Stb. 1893, 93 |
||||
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 14 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
Opmerkingen
1) Artikel 30, eerste lid, van Stb. 2006/123 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
2) [De wijziging kan niet worden doorgevoerd.De artikelen 68a tot en met 75 en 79 tot en met 81 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing op onderhavige wijzigingen.]
3) [De wijziging kan niet worden doorgevoerd.De artikelen 68a tot en met 75 en 79 tot en met 81 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing op onderhavige wijzigingen.Tekstplaatsing met aanpassing van de in de regeling genoemde nummering.]
4) [De gegevens van inwerkingtreding zijn ontleend aan de bron van de tekstplaatsing.]
5) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.