De deskundigen hebben aanspraak op schadeloosstelling en op loon, door de rechter schriftelijk te begroten of onder het van het mondelinge verslag opgemaakte proces-verbaal.
De griffier betaalt het bedrag ten laste van het bijgeschreven of gestorte voorschot aan de deskundigen. Indien het vastgestelde voorschot niet toereikend is, wordt voor het resterende bedrag een bevelschrift van tenuitvoerlegging uitgegeven ten laste van de in de tweede volzin van artikel 195 genoemde partij of partijen. In geval van een mondeling verslag of van een gemaakte beeld- of geluidsopname wordt dit bevelschrift gegeven op een in executoriale vorm uitgegeven uittreksel uit het proces-verbaal van het mondelinge verslag of uit de schriftelijke weergave van het proces-verbaal als bedoeld in artikel 198, zesde lid.
Voor zover ten gevolge van artikel 195, derde tot en met vijfde volzin, het tweede lid niet kan worden toegepast, betaalt de griffier het bedrag waarop de deskundigen aanspraak hebben ten laste van 's Rijks kas. Hangende het geding wordt het ten laste van 's Rijks kas betaalde bedrag voorlopig in debet gesteld.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 2
artikel: 339
Burgerlijk Wetboek Boek 7
artikel: 304
Rijksoctrooiwet 1995
artikel: 87
Uitvoeringswet Bewijsverdrag
artikel: 18
Uitvoeringswet EG-bewijsverordening
artikel: 12, 13
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
artikel: 205, 244, 248, 284
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
artikel: 7
(18-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
wijziging |
13-07-2016 |
25-01-2017 |
||||||
nieuw |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
vernummerd-wijziging |
14-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
wijziging |
28-01-1988 |
Stb. 1988, 9 |
07-01-1988 |
Stb. 1988, 8 |
||||
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 19 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.
2) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
3) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
4) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.