Indien een getuige weigert zijn verklaring af te leggen, kan de rechter op verzoek van de belanghebbende partij bevelen, dat hij op kosten van die partij in gijzeling zal worden gesteld totdat hij aan zijn verplichting zal hebben voldaan, met dien verstande dat de gijzeling ten hoogste een jaar kan duren. Deze bepaling is niet van toepassing als het een partij betreft die als getuige wordt gehoord.
De rechter beveelt de gijzeling slechts indien naar zijn oordeel het belang van de waarheidsvinding toepassing van die maatregel rechtvaardigt.
De rechter die de gijzeling heeft bevolen, beëindigt ambtshalve of op verzoek van de gegijzelde de gijzeling indien voortzetting ervan naar zijn oordeel niet meer door het belang dat met toepassing van de dwangmaatregel werd gediend, wordt gerechtvaardigd.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
artikel: 8:33
Faillissementswet
artikel: 223b, 66
Uitvoeringswet Bewijsverdrag
artikel: 11
Uitvoeringswet EG-bewijsverordening
artikel: 9
Uitvoeringswet grondkamers
artikel: 31
(18-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
vernummerd-wijziging |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
vernummerd-wijziging |
14-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
vervallen |
03-12-1987 |
Stb. 1987, 590 |
07-01-1988 |
Stb. 1988, 8 |
||||
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 19 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
Opmerkingen
1) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.