Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 230

  • 1

    Het vonnis vermeldt:

    • a.

      de namen en de woonplaats van de partijen, en de namen van hun gemachtigden of advocaten;

    • b.

      het verloop van het geding;

    • c.

      de slotsom van de procesinleiding en de conclusies van partijen;

    • d.

      de slotsom van de conclusie van het openbaar ministerie in de gevallen waarin het is gehoord;

    • e.

      de gronden van de beslissing, waaronder begrepen de feiten waarop de beslissing rust;

    • f.

      de beslissing;

    • g.

      de naam van de rechter of, bij een meervoudige kamer, de namen van de rechters door wie het vonnis is gewezen;

    • h.

      de dag van de uitspraak.

  • 2

    Indien tegen de verweerder of, bij meer verweerders, tegen hen allen verstek is verleend en de vorderingen van de eiser geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, kan ten aanzien van de ingevolge het eerste lid, onder a, c, e en f, te vermelden gegevens worden volstaan door bij het vonnis een afschrift van het betekende oproepingsbericht te voegen.

  • 3

    Het vonnis wordt door de rechter, of, bij een meervoudige kamer, door de voorzitter en de griffier ondertekend. Het vonnis kan ook worden ondertekend door de rechter die het uitspreekt.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 1019q, 30p, 232, 287

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Inwtr. 1

01-03-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

25-01-2017

Stb. 2017, 16

Alg. 2

Inwtr. 3

01-09-2008

wijziging

20-03-2008

Stb. 2008, 100

30815

03-07-2008

Stb. 2008, 274

01-01-2002

nieuw

06-12-2001

Stb. 2001, 580

26855

10-12-2001

Stb. 2001, 621

vernummerd-wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 623

10-12-2001

Stb. 2001, 621

Inwtr. 4

01-04-1988

wijziging

28-01-1988

Stb. 1988, 9

10377

07-01-1988

Stb. 1988, 8

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.

  • 2) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.

  • 4) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.