Van de vonnissen verstrekt de griffier op de dag van de uitspraak een afschrift aan de eiser en aan de verweerder die in het geding is verschenen. Betreft het een eindvonnis, dan is het afschrift dat wordt verstrekt aan een partij die tot tenuitvoerlegging van dat vonnis kan overgaan, opgemaakt in executoriale vorm.
De griffier verstrekt desverlangd tweede of verdere in executoriale vorm opgemaakte afschriften van een vonnis aan de partij die tot tenuitvoerlegging van dat vonnis kan overgaan, dan wel aan de rechtverkrijgenden onder algemene titel van deze partij. Artikel 29, vijfde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Elk afschrift dat in executoriale vorm is opgemaakt, wordt gedagtekend.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet gedwongen tenuitvoerlegging van uitspraken en beschikkingen ingevolge Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen voor kolen en staal
artikel: 2
Wet houdende aanwijzing van een rechter op grond van artikel 54 van het Verdrag van Washington van 18 maart 1965 inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten
artikel: Enig
Wet vaststelling van regelen betreffende de gedwongen tenuitvoerlegging van uitspraken van het Benelux-Gerechtshof
artikel: 2
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
artikel: 29, 232
(18-01-2022)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
|
wijziging |
13-07-2016 |
25-01-2017 |
||||||
|
nieuw |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
|
vernummerd-wijziging |
14-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
|
wijziging |
28-01-1988 |
Stb. 1988, 9 |
07-01-1988 |
Stb. 1988, 8 |
||||
|
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 19 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
||||
Opmerkingen
1) Treedt voor het eerste lid op 1 september 2017 in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.
2) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
3) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
4) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.