Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 111

  • 1

    De griffier stuurt de eiser een oproepingsbericht na ontvangst van de procesinleiding.

  • 2

    In het oproepingsbericht neemt de griffier de inhoud en de datum van indiening van de procesinleiding op en vermeldt hij ten minste:

    • a.

      [dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

    • b.

      in zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen: de wijze waarop de verweerder in de procedure moet verschijnen, te weten vertegenwoordigd door een advocaat;

    • c.

      de dag waarop de verweerder ten laatste zijn verweerschrift kan indienen, welke dag in kantonzaken vier weken en in andere zaken zes weken ligt na de dag waarop hij als verweerder in de procedure is verschenen als bedoeld in artikel 114;

    • d.

      de in artikel 139 genoemde rechtsgevolgen die intreden indien de verweerder bij een vordering niet verschijnt in de procedure als verweerder als bedoeld in artikel 114, of, behalve in kantonzaken of zaken in kort geding, het door zijn verschijning verschuldigde griffierecht niet tijdig voldoet;

    • e.

      indien er verschillende verweerders zijn, het in artikel 140, derde lid, genoemde rechtsgevolg dat intreedt indien niet alle verweerders op de voorgeschreven wijze in de procedure verschijnen;

    • f.

      indien het een zaak betreft met verschillende verweerders, de mededeling dat van partijen die bij dezelfde advocaat verschijnen en gelijkluidende stukken indienen of gelijkluidend verweer voeren, op basis van artikel 15 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht wordt geheven;

    • g.

      de mededeling of van verweerders bij verschijning in de procedure een griffierecht zal worden geheven en binnen welke termijn dit griffierecht betaald dient te worden met verwijzing naar een vindplaats van de meest recente bijlage behorende bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken waarin de hoogte van de griffierechten staan vermeld. Hierbij wordt vermeld dat van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overgelegd:

    • h.

      [dit onderdeel is nog niet in werking getreden.]

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Regeling indexering bedragen (Algemene wet bestuursrecht, etc.)
    artikel: IV

  2. Regeling indexering bedragen Algemene wet bestuursrecht, Besluit proceskosten bestuursrecht en Wet griffierechten burgerlijke zaken
    artikel: IV

  3. Regeling indexering bedragen Algemene wet bestuursrecht, Besluit proceskosten bestuursrecht, Wet griffierechten burgerlijke zaken en Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
    artikel: V

  4. Regeling indexering bedragen in Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VII

  5. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: V

  6. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: V

  7. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VI

  8. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VII

  9. Regeling indexering bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, enz.
    artikel: VII

  10. Regeling indexering griffierechten burgerlijke zaken 2012
    artikel: II

  11. Regeling indexering griffierechten burgerlijke zaken 2013
    artikel: II

  12. Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid
    artikel: 2

  13. Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure
    artikel: 6

  14. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 418a, 30j, 1018c, 30g, 71, 112, 113, 146, 343, 377, 407, 1003

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

35498

wijziging

19-05-2011
samen met
12-07-2012

Stb. 2011, 255
samen met
Stb. 2012, 313

32021
samen met
32891

Alg. 1

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Inwtr. 2

01-03-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

25-01-2017

Stb. 2017, 16

Alg. 3

Inwtr. 4

01-04-2013

wijziging

07-03-2013
samen met
20-12-2012

Stb. 2013, 92
samen met
Stb. 2012, 666

33108
samen met
33451

27-03-2013

Stb. 2013, 119

wijziging

20-12-2012

Stb. 2012, 666

33451

20-12-2012

Stb. 2012, 667

01-01-2013

wijziging

12-07-2012

Stb. 2012, 313

32891

12-07-2012

Stb. 2012, 314

01-01-2012

wijziging

27-10-2011

Stb. 2011, 500

32863

06-12-2011

Stb. 2011, 592

01-01-2011

wijziging

30-09-2010

Stb. 2010, 715

31758

26-10-2010

Stb. 2010, 726

01-09-2008

wijziging

20-03-2008

Stb. 2008, 100

30815

03-07-2008

Stb. 2008, 274

15-10-2005

wijziging

08-09-2005

Stb. 2005, 455

28863

29-09-2005

Stb. 2005, 484

Alg. 5

01-01-2002

nieuw

06-12-2001

Stb. 2001, 580

26855

10-12-2001

Stb. 2001, 621

wijziging

06-12-2001

Stb. 2001, 581

27824

10-12-2001

Stb. 2001, 621

vernummerd-wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 623

10-12-2001

Stb. 2001, 621

Inwtr. 6

30-12-1991

nieuw

31-01-1991

Stb. 1991, 50

19976

28-05-1991

Stb. 1991, 234

01-04-1988

vervallen

03-12-1987

Stb. 1987, 590

10377

07-01-1988

Stb. 1988, 8

01-10-1838

nieuwe-regeling

29-03-1828

Stb. 1828, 18

10-04-1838

Stb. 1838, 12

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2012/313.Artikel XXII, eerste lid, van Stb. 2011/255 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.

  • 3) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 4) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.

  • 5) Artikel XIII van Stb. 2005/455 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.Abusievelijk is voor onderdeel a een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.Abusievelijk is voor onderdeel e een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 6) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.