Verschijnt de verweerder niet in het geding hoewel hem dat bij exploot was aangezegd, en blijkt aan de rechter dat het exploot lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt, dan verleent de rechter geen verstek tegen hem.
In het geval bedoeld in het eerste lid bepaalt de rechter een nieuwe uiterste datum voor verschijning en beveelt hij dat deze door de eiser bij exploot aan de verweerder wordt aangezegd met herstel van het gebrek en met inachtneming van artikel 120, derde lid, op kosten van de eiser.
Is echter aannemelijk dat het exploot van betekening van het oproepingsbericht de verweerder als gevolg van het gebrek niet heeft bereikt, dan spreekt de rechter de nietigheid van het exploot uit.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(18-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
wijziging |
13-07-2016 |
25-01-2017 |
||||||
wijziging |
20-03-2008 |
03-07-2008 |
||||||
nieuw |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
vernummerd-wijziging |
14-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
vervallen |
31-01-1991 |
Stb. 1991, 50 |
28-05-1991 |
Stb. 1991, 234 |
||||
wijziging |
03-12-1987 |
Stb. 1987, 590 |
07-01-1988 |
Stb. 1988, 8 |
||||
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 18 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.
2) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
3) Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
4) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.