Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 575

  • 1

    Geldt de verkoop een buitenlands zeeschip, dan kan zij ook plaats vinden voor de rechtbank ter openbare zitting. De executant verzoekt daartoe aan de rechtbank Rotterdam, bepaling van dag en uur van de verkoop. De rechtbank stelt deze vast met inachtneming van de in het tweede lid bedoelde termijnen waarbinnen geen verkoop kan plaatsvinden.

  • 2

    De verkoop kan, onverminderd de in artikel 571 voorgeschreven termijn, niet plaats vinden voordat dertig dagen zijn verstreken nadat de executant ter griffie heeft ingediend:

    • a.

      de veilingvoorwaarden;

    • b.

      een verklaring van de deurwaarder of van een advocaat dat aan de in artikel 571, eerste lid, voorgeschreven aanplakkingen en aankondigingen is voldaan, waarbij exemplaren daarvan zijn gevoegd;

    • c.

      een door een advocaat opgestelde en ondertekende lijst van de bekende rechthebbenden en beslagleggers op het schip.

  • 3

    De executant deelt onverwijld aan de in het tweede lid onder c bedoelde rechthebbenden en beslagleggers schriftelijk dag en uur van de verkoop mede en dient ter griffie in een verklaring van een advocaat dat aan dit voorschrift is voldaan.

  • 4

    Tenminste drie dagen voor de aanvang van de verkoop stelt de voorzieningenrechter van de rechtbank een staat van geschatte kosten van de executie op, die op de griffie en ter zitting ter inzage wordt gegeven.

  • 5

    De verkoop geschiedt eerst bij opbod en vervolgens bij afmijning. Met betrekking tot de veilingvoorwaarden zijn de artikelen 517, tweede lid, en 518 van overeenkomstige toepassing.

    De executant geeft schriftelijk van de verkoop kennis aan de geëxecuteerde en de hem bekende rechthebbenden en beslagleggers.

  • 6

    Tegen het vonnis van verkoop en toewijzing is geen hogere voorziening toegelaten.

  • 7

    Artikel 538 is van overeenkomstige toepassing. De procesinleiding waarbij het verzet plaatsvindt, wordt mede aan de griffier betekend. Deze betekening schorst de executie.

  • 8

    De rechtbank kan op verzoek van de executant nader dag en uur van de verkoop vaststellen. In dat geval vinden de in artikel 571, eerste lid, bedoelde aanplakkingen en aankondigingen opnieuw plaats.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders
    artikel: 2

  2. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 565, 570, 572, 577

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 290

34212

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Alg. 1

Inwtr. 2

01-01-2017

wijziging

22-06-2016

Stb. 2016, 255

34447

15-11-2016

Stb. 2016, 433

Alg. 3

01-01-2002

wijziging

06-12-2001

Stb. 2001, 581

27824

10-12-2001

Stb. 2001, 621

01-01-1992

nieuw

28-10-1991

Stb. 1991, 583

21961

16-12-1991

Stb. 1991, 690

01-01-1992

vervallen

28-10-1991

Stb. 1991, 583

21961

16-12-1991

Stb. 1991, 690

01-04-1991

vervallen

23-05-1990

Stb. 1990, 379

19979

04-03-1991

Stb. 1991, 100

nieuw

23-05-1990

Stb. 1990, 379

19979

04-03-1991

Stb. 1991, 100

01-11-1952

wijziging

24-06-1939

Stb. 1939, 201

18

23-06-1952

Stb. 1952, 349

01-02-1927

wijziging

22-12-1924

Stb. 1924, 573

04-09-1926

Stb. 1926, 324

01-10-1838

nieuwe-regeling

29-03-1828

Stb. 1828, 32

10-04-1838

Stb. 1838, 12

Opmerkingen

  • 1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Treedt voor wat betreft het zevende lid in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.Treedt voor wat betreft het zevende lid eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.

  • 3) Artikel II van Stb. 2016/255 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.