Geldt de verkoop een buitenlands zeeschip, dan kan zij ook plaats vinden voor de rechtbank ter openbare zitting. De executant verzoekt daartoe aan de rechtbank Rotterdam, bepaling van dag en uur van de verkoop. De rechtbank stelt deze vast met inachtneming van de in het tweede lid bedoelde termijnen waarbinnen geen verkoop kan plaatsvinden.
De verkoop kan, onverminderd de in artikel 571 voorgeschreven termijn, niet plaats vinden voordat dertig dagen zijn verstreken nadat de executant ter griffie heeft ingediend:
de veilingvoorwaarden;
een verklaring van de deurwaarder of van een advocaat dat aan de in artikel 571, eerste lid, voorgeschreven aanplakkingen en aankondigingen is voldaan, waarbij exemplaren daarvan zijn gevoegd;
een door een advocaat opgestelde en ondertekende lijst van de bekende rechthebbenden en beslagleggers op het schip.
De executant deelt onverwijld aan de in het tweede lid onder c bedoelde rechthebbenden en beslagleggers schriftelijk dag en uur van de verkoop mede en dient ter griffie in een verklaring van een advocaat dat aan dit voorschrift is voldaan.
Tenminste drie dagen voor de aanvang van de verkoop stelt de voorzieningenrechter van de rechtbank een staat van geschatte kosten van de executie op, die op de griffie en ter zitting ter inzage wordt gegeven.
De verkoop geschiedt eerst bij opbod en vervolgens bij afmijning. Met betrekking tot de veilingvoorwaarden zijn de artikelen 517, tweede lid, en 518 van overeenkomstige toepassing.
De executant geeft schriftelijk van de verkoop kennis aan de geëxecuteerde en de hem bekende rechthebbenden en beslagleggers.
Tegen het vonnis van verkoop en toewijzing is geen hogere voorziening toegelaten.
Artikel 538 is van overeenkomstige toepassing. De procesinleiding waarbij het verzet plaatsvindt, wordt mede aan de griffier betekend. Deze betekening schorst de executie.
De rechtbank kan op verzoek van de executant nader dag en uur van de verkoop vaststellen. In dat geval vinden de in artikel 571, eerste lid, bedoelde aanplakkingen en aankondigingen opnieuw plaats.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(18-01-2022)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
|
wijziging |
22-06-2016 |
15-11-2016 |
||||||
|
wijziging |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
|
nieuw |
28-10-1991 |
Stb. 1991, 583 |
16-12-1991 |
Stb. 1991, 690 |
||||
|
vervallen |
28-10-1991 |
Stb. 1991, 583 |
16-12-1991 |
Stb. 1991, 690 |
||||
|
vervallen |
23-05-1990 |
Stb. 1990, 379 |
04-03-1991 |
Stb. 1991, 100 |
||||
|
nieuw |
23-05-1990 |
Stb. 1990, 379 |
04-03-1991 |
Stb. 1991, 100 |
||||
|
wijziging |
24-06-1939 |
Stb. 1939, 201 |
23-06-1952 |
Stb. 1952, 349 |
||||
|
wijziging |
22-12-1924 |
Stb. 1924, 573 |
04-09-1926 |
Stb. 1926, 324 |
||||
|
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 32 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
||||
Opmerkingen
1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
2) Treedt voor wat betreft het zevende lid in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.Treedt voor wat betreft het zevende lid eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
3) Artikel II van Stb. 2016/255 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.