Een arbiter die ingevolge artikel 1029, tweede, derde of vierde lid, dan wel een scheidsgerecht dat ingevolge artikel 1029, vijfde lid, van zijn opdracht is ontheven, wordt vervangen volgens de regelen die van toepassing waren op de oorspronkelijke benoeming, tenzij de partijen een andere wijze van vervanging zijn overeengekomen. Hetzelfde geldt ingeval van overlijden van een arbiter.
Indien de partijen in de overeenkomst tot arbitrage de arbiter of arbiters met name hebben aangewezen, vindt vervanging in de in het eerste lid bedoelde gevallen eveneens plaats, tenzij de partijen zijn overeengekomen dat de overeenkomst tot arbitrage alsdan eindigt.
Ingeval van vervanging is het geding van rechtswege geschorst, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Na de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(18-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
02-06-2014 |
30-06-2014 |
||||||
nieuw |
02-07-1986 |
Stb. 1986, 372 |
02-07-1986 |
Stb. 1986, 372 |
Opmerkingen
1) Artikel IV van Stb. 2014/200 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.