Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die,
nadat hij een bevoegdheid als bedoeld in artikel 539b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft uitgeoefend, dan wel
nadat hem buiten het rechtsgebied van een rechtbank een aangehouden verdachte of een in beslag genomen voorwerp is overgeleverd, dan wel
nadat hij buiten het rechtsgebied van een rechtbank op last van het openbaar ministerie een persoon heeft aangehouden,
niet onverwijld en op de snelst mogelijke wijze aan een bevoegde officier van justitie kennis geeft van de gegevens, bedoeld in artikel 539b, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, of nalaat te trachten ten spoedigste aanwijzingen van de officier van justitie te verkrijgen als bedoeld in het derde lid van dat artikel.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wetboek van Strafrecht
artikel: 4
(02-10-2024)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
10-03-1984 |
Stb. 1984, 91 |
21-04-1984 |
Stb. 1984, 129 |
||||
nieuw |
16-03-1967 |
Stb. 1967, 152 |
16-03-1967 |
Stb. 1967, 152 |