Indien enige gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd kan de rechter, na ontvangst van een vordering van het openbaar ministerie en onverminderd het bepaalde in artikel 14f,
gelasten dat de niet ten uitvoergelegde straf alsnog zal worden tenuitvoergelegd;
al of niet onder instandhouding of wijziging van de voorwaarden gelasten dat een gedeelte van de niet tenuitvoergelegde straf alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
In plaats van een last tot tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf te geven kan de rechter een taakstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, gelasten. De artikelen 22b tot en met 22k zijn van overeenkomstige toepassing.
Tot behandeling van de vordering is bevoegd de rechter die de straf heeft opgelegd. Indien de veroordeelde wordt vervolgd wegens een strafbaar feit, begaan voor het einde van de proeftijd, is tot behandeling van de vordering bevoegd:
de rechtbank, indien deze bevoegd is tot kennisneming in eerste aanleg van het feit,
de kantonrechter, indien deze bevoegd is tot kennisneming van dat feit en van feiten, terzake waarvan de veroordeling, waarop de vordering betrekking heeft, is uitgesproken.
De vordering wordt in dat geval ingediend door het openbaar ministerie belast met de vervolging van het feit en kan slechts bij gelegenheid van een veroordeling terzake worden toegewezen. Strekt de vordering tot de tenuitvoerlegging van gevangenisstraf van meer dan een jaar, dan wordt zij niet door een enkelvoudige kamer van de rechtbank behandeld.
Wanneer overeenkomstig artikel 14c, tweede lid, onder 3°, een waarborgsom is gestort kan de rechter voorts een beslissing nemen, krachtens welke die som geheel of ten dele aan de Staat vervalt.
De in het eerste en tweede lid bedoelde vordering wordt gedagtekend op de dag van ontvangst ter griffie. Het openbaar ministerie is in zijn vordering niet ontvankelijk wanneer zij later wordt ingediend dan drie maanden na het verstrijken der proeftijd.
Bij toepassing van het eerste of tweede lid, beveelt de rechter dat de vrijheidsbeneming ondergaan uit hoofde van artikel 14fa geheel in mindering zal worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van de straf. Indien hij dit bevel geeft terzake van een taakstraf, bepaalt hij in zijn uitspraak volgens welke maatstaf de aftrek zal geschieden.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden
tekst: tekst
Reclasseringsregeling 1995
artikel: 12
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
artikel: 3:14
Wetboek van Strafrecht
artikel: 14h, 14k, 77dd, 14l, 77a, 14fa, 15
Wetboek van Strafvordering
artikel: 558a
(02-11-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
vervallen |
22-02-2017 |
|||||||
wijziging |
17-11-2011 |
12-12-2011 |
||||||
wijziging |
17-11-2011 |
17-11-2011 |
||||||
wijziging |
13-05-2004 |
17-06-2004 |
||||||
wijziging |
04-07-2002 |
04-07-2002 |
||||||
wijziging |
07-09-2000 |
20-01-2001 |
||||||
wijziging |
25-10-1989 |
Stb. 1989, 482 |
02-11-1989 |
Stb. 1989, 503 |
||||
vervallen |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
nieuw |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
wijziging |
15-06-1951 |
Stb. 1951, 214 |
15-06-1951 |
Stb. 1951, 214 |
||||
wijziging |
25-06-1929 |
Stb. 1929, 360 |
12-06-1930 |
Stb. 1930, 227 |
||||
nieuw |
16-12-1915 |
Stb. 1915, 247 |
16-12-1915 |
Stb. 1915, 511 |
Opmerkingen
1) Artikel II van Stb. 2012/1 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.