De voorwaardelijke invrijheidstelling geschiedt onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen daarnaast bijzondere voorwaarden betreffende het gedrag van de veroordeelde worden gesteld. Indien aan de voorwaardelijke invrijheidstelling een bijzondere voorwaarde is gesteld, zijn daaraan van rechtswege de voorwaarden verbonden dat de veroordeelde:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 15b, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De bijzondere voorwaarden kunnen inhouden:
een verbod contact te leggen of te laten leggen met bepaalde personen of instellingen;
een verbod zich op of in de directe omgeving van een bepaalde locatie te bevinden;
een verplichting op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode op een bepaalde locatie aanwezig te zijn;
een verplichting zich op bepaalde tijdstippen te melden bij een bepaalde instantie;
een verbod op het gebruik van verdovende middelen of alcohol en de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
opneming van de veroordeelde in een zorginstelling gedurende een bepaalde termijn, ten hoogste gelijk aan de proeftijd;
een verplichting zich onder behandeling te stellen van een deskundige of zorginstelling gedurende een bepaalde termijn, ten hoogste gelijk aan de proeftijd;
het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang gedurende een bepaalde termijn, ten hoogste gelijk aan de proeftijd;
het deelnemen aan een gedragsinterventie;
andere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende, waaraan deze gedurende de proeftijd heeft te voldoen.
Aan een bijzondere voorwaarde kan elektronisch toezicht worden verbonden.
Het openbaar ministerie neemt de beslissing omtrent het stellen van bijzondere voorwaarden.
De directeur van de penitentiaire inrichting adviseert omtrent de te stellen bijzondere voorwaarden. De reclassering kan adviseren omtrent de te stellen bijzondere voorwaarden.
Het openbaar ministerie kan de gestelde bijzondere voorwaarden aanvullen, wijzigen of opheffen. Zodanige wijziging wordt de veroordeelde terstond schriftelijk medegedeeld.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de totstandkoming van de beslissing, bedoeld in het vijfde en het zevende lid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Regeling dbbc’s, zzp’s en extramurale parameters forensische zorg
bijlage: 2
Regeling dbbc’s, zzp’s en extramurale parameters forensische zorg
bijlage: 2
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
artikel: 69
Wet forensische zorg
artikel: 2.4
Wetboek van Strafrecht
artikel: 77a, 15
Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (wijziging vervroegde invrijheidstelling in een voorwaardelijke invrijheidstelling)
artikel: VI
(02-11-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
vervallen |
22-02-2017 |
|||||||
wijziging |
15-06-2018 |
07-09-2018 |
||||||
wijziging |
17-11-2011 |
12-12-2011 |
||||||
wijziging |
18-07-2009 |
25-03-2010 |
||||||
wijziging |
06-12-2007 |
30-05-2008 |
||||||
wijziging |
04-02-1994 |
Stb. 1994, 82 |
04-02-1994 |
Stb. 1994, 82 |
||||
vervallen |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
nieuw |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
wijziging |
10-12-1975 |
Stb. 1975, 684 |
10-12-1975 |
Stb. 1975, 684 |
||||
wijziging |
15-06-1951 |
Stb. 1951, 214 |
15-06-1951 |
Stb. 1951, 214 |
||||
wijziging |
25-06-1929 |
Stb. 1929, 360 |
12-06-1930 |
Stb. 1930, 227 |
||||
nieuw |
16-12-1915 |
Stb. 1915, 247 |
16-12-1915 |
Stb. 1915, 511 |
Opmerkingen
1) Artikel VI van Stb. 2007/500 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.