De proeftijd gaat in op de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
De proeftijd is gelijk aan de periode waarover voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend, maar bedraagt ten minste een jaar.
Op vordering van het openbaar ministerie kan de rechter eenmaal de proeftijd met ten hoogste twee jaren verlengen. Indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde, bedoeld in artikel 38z, eerste lid, aanhef en onder b en c, wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen of indien dit ter voorkoming van ernstig belastend gedrag jegens slachtoffers of getuigen noodzakelijk is, kan de rechter, op vordering van het openbaar ministerie, de proeftijd telkens met ten hoogste twee jaren verlengen. Artikel 15i, derde tot en met zevende lid, en artikel 15j, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
De proeftijd loopt niet gedurende de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(02-11-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
vervallen |
22-02-2017 |
|||||||
wijziging |
25-11-2015 |
02-12-2016 |
||||||
wijziging |
06-12-2007 |
30-05-2008 |
||||||
wijziging |
19-04-1999 |
19-05-1999 |
||||||
nieuw |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
vervallen |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 593 |
27-11-1986 |
Stb. 1986, 594 |
||||
nieuw |
10-12-1975 |
Stb. 1975, 684 |
22-04-1976 |
Stb. 1976, 226 |
Opmerkingen
1) Artikel VI van Stb. 2007/500 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.